Na zes jaar aan christendemocraat.nl te hebben bijgedragen, eerst als redactielid en later als hoofdredacteur, blik ik terug. In deze allerlaatste bijdrage belicht ik mooie momenten, link ik naar een recordaantal bijdragen op dit platform, en deel ik ook waarom ik mij als christendemocraat niet meer thuis voel bij het CDA.

Stimuleren debat
Ook jaren voordat ik erbij werd betrokken, was het doel van dit platform al het stimuleren van het interne debat binnen het CDA en het centraal stellen van de christendemocratische grondbeginselen. De afgelopen jaren verstevigde christendemocraat.nl haar positie als relevant opinieplatform, waar christendemocraten hun visies met elkaar kunnen delen. CDA’ers van de gemeenteraad tot de Tweede Kamer tot het Europees Parlement, journalisten, leden van andere partijen en andere autoriteiten weten ons platform steevast te vinden – mede dankzij de inzet van alle auteurs, mederedactieleden en voorzitter Peter Noordhoek, waarvoor dank!

Het aardige aan het platform is dat, hoewel de bijdragen meestal relatief kort zijn, er wel ruimte is voor inhoudelijke reacties en meningsverschillen. Een recent voorbeeld hiervan is het tweeluik over het Midden-Oosten op onze website, waar enerzijds de Palestijnse, en anderzijds de Israëlische zijde van het conflict belicht werden.

Centraal stellen grondbeginselen
Een terugkerend thema op ons platform vormen de grondbeginselen. Keer op keer op keer op keer op keer stelden auteurs dat de christendemocratische grondbeginselen wel wat centraler mochten staan in de dagelijkse Haagse praktijk. In de serie Christendemocratische Kopstukken lazen we hoe inspirerende leiders als Klompé, Kuyper en Van Leeuwen die grondbeginselen vormgaven.

Werkelijk rentmeesterschap zal soms ‘pijn’ doen bij een gedeelte van de traditionele CDA achterban.

Het bleef echter niet bij theoretische bespiegelingen en ideologische vergezichten: ook werden handen en voeten gegeven aan het christendemocratisch gedachtegoed. Bijvoorbeeld, als we rentmeesterschap serieus willen nemen, moeten we beseffen dat niet alle klimaatproblemen op te lossen zijn door met ‘innovatie’ te dwepen of over ‘klimaatdrammers’ te spreken. Werkelijk rentmeesterschap zal soms ‘pijn’ doen bij een gedeelte van de traditionele achterban – denk aan de impact van een vleestaks of het verkleinen van de veestapel.

Als we solidariteit serieus willen nemen, moeten we de vraag stellen hoe belangrijk we menselijke waardigheid vinden, bijvoorbeeld bij ‘opvang in de regio’. Als we publieke gerechtigheid belangrijk vinden, moeten we meer inzetten op het bestrijden van belastingontduiking van multinationals. Gespreide verantwoordelijkheid en het subsidiariteitsbeginsel zijn mooie begrippen, maar als dat betekent dat lokale afdelingen gaan samenwerken met xenofobe, feitenvrije partijen als FVD, gaat er iets flink mis.

Zij-aan-Zij versus de realiteit
Ik ben een groot fan van het werk van het Wetenschappelijk Instituut (WI) voor het CDA. Met name Zij-aan-Zij is een weldoordacht rapport waar de uitdagingen van vandaag worden geadresseerd met christendemocratische oplossingen. Ook ken ik veel oprechte christendemocraten – onder andere bij CDA Midvoor – die zich keihard inzetten voor het CDA en met lede ogen aanzien hoe de partij sinds de samenwerking met de PVV langzaam lijkt af te brokkelen (en dat komt niet alleen door de vergrijzende achterban).

Het probleem van het landelijke CDA van vandaag is dat de ‘Zij-aan-Zij’ wereld mijlenver afstaat van de politieke realiteit. Als het puntje bij het paaltje komt, zo bleek in veel te veel gevallen de afgelopen tien jaar, worden grondbeginselen en inhoudelijke rapporten hoogstens gebruikt om mooie sier mee te maken, maar worden ze genegeerd, tegengesproken of tegengewerkt in de politieke praktijk.

Het probleem van het landelijke CDA van vandaag is dat de ‘Zij-aan-Zij’ wereld mijlenver afstaat van de politieke realiteit.

Meritocratische misvatting
Een voorbeeld? De meritocratische misvatting van Wopke Hoekstra dat de Nederlandse belofte zou moeten worden hersteld. Het probleem van het idee van ‘hard werken moet worden beloond’ is dat er ten diepste een individualistisch idee achter schuilgaat, zoals ik hier al eerder betoogde. Hoe meer we ons eigen succes zien als iets dat we op eigen kracht hebben bereikt, hoe minder we waarschijnlijk omzien naar degenen die het minder hebben. En laat dat nu net de kern zijn van ‘solidariteit’, één van de christendemocratische pijlers.

Als Hoekstra het Zij-aan-Zij rapport erbij had gepakt, had hij op pagina 99 kunnen lezen: “Het appel van de christendemocratie aan Nederland en Europa in de eenentwintigste eeuw is: laten we elke dag opnieuw werken aan een samenleving die niet draait om ‘ieder voor zich’, maar om ‘zij aan zij’.” Als vervolgens blijkt dat hij zijn verkiezingstour insteekt met een ‘hard werken moet individueel lonen’ retoriek, heeft hij de strekking van het Zij-aan-Zij rapport óf niet begrepen, óf simpelweg genegeerd. En ik weet nog niet welke optie ik erger vind.

Ook in de media viel de schijnbaar grondbeginselloze houding van het CDA steeds vaker op. In de ‘kwestie Brabant’, waarbij samenwerking met de FVD werd verkozen, leek het of grondbeginselen werden uitgeruild tegen steun van boeren. “Uit deze lankmoedigheid”, oordeelde De Groene Amsterdammer, “spreekt onverschilligheid over de christendemocratische kernwaarden”.

Woorden en daden?
De kloof tussen woorden en daden bij het CDA is ongemakkelijk, en misschien wel onoverbrugbaar groot. Vanaf dat ik lid werd in mijn studententijd heb ik me altijd ingezet voor het CDA en CDJA. Soms zat het even tegen of was ik het inhoudelijk niet eens met een standpunt – dat zal iedereen die lid is van een democratische partij herkennen – maar dat was nog geen reden om te stoppen. Toen Sybrand Buma het CDA herdefinieerde als een rechts-nationalistische partij vond ik dat lastig, maar zette me ondanks dat met vele anderen in om ook andere geluiden te laten horen. Steeds probeerde ik er toch hoopvol weer tegenaan te gaan.

Echter, na recente berichten over geldschieters die het CDA verkiezingsprogramma verneoliberaliseerden, Wopkes wens om de ‘leider op rechts’ te worden, de weinig ambitieuze houding ten aanzien van rentmeesterschap, de meest ideologisch armoedige verkiezingsslogan ooit (‘nu doorpakken’?), het laag op de kieslijst plaatsen van het sociaal-christelijke gezicht van het CDA en als klap op de vuurpijl de schokkende onthullingen in Pieter Omtzigts boek en memo, kan ik niet anders dan concluderen dat het landelijke CDA niet meer een partij is waar ik me als christendemocraat thuis voel.

Ik kan niet anders dan concluderen dat het landelijke CDA niet meer een partij is waar ik me als christendemocraat thuis voel.

Het is mijn diepe wens dat de volgende hoofdredacteur en redactie het werk van christendemocraat.nl voortzet, debat blijft stimuleren en helpt om de christendemocratische grondbeginselen weer de plek te geven die ze verdienen. Geen makkelijke taak, maar wel een belangrijke. Ik hoop oprecht dat het christendemocratische gedachtegoed weer haar weg vindt naar het hart van het CDA en het midden van de Nederlandse politiek. Hoewel er wat dat betreft zeer recent lichtpuntjes te zien zijn en het WI opnieuw gehoord lijkt te worden, is er nog een lange weg te gaan. Wanneer de ‘Zij-aan-Zij’ wereld en de politieke realiteit binnen het CDA samenvallen, word ik graag weer lid.