Na 11 dagen eindigde het treffen tussen Israël en Hamas. Wat gaan we nu doen, wachten op het volgende treffen of echt werken aan vrede en wat moet het CDA doen?
Achtergrond conflict
Job van den Broek schreef onlangs op deze website over de Israëlische kant van het conflict, maar ook de Palestijnse kant dient belicht te worden. Als we naar de Palestijnse kant kijken, blijkt dat het treffen niet uit de lucht kwam vallen, maar voortkwam uit hun diepe frustratie, zowel binnen Israël zelf als in de bezette gebieden en Gaza. Die Palestijnse frustratie heeft verschillende oorzaken: de achterstelling van de Palestijnse minderheid binnen Israël (zo’n 20% van de bevolking), de etnische zuivering in Oost-Jeruzalemse wijken Sheikh Jarrah en Silwan en op de Westoever, de gewelddadige militaire bezetting op de Westoever, de verstikkende blokkade van Gaza en tot slot het afgelasten van de Palestijnse parlementsverkiezing.
Een gewelddadig optreden van de Israëlische politie tegen demonstraties in Sheikh Jarrah en in en om de Al-Aqsa moskee, waarbij zelfs stun-grenades in de moskee werden gebruikt, vormde de vonk in het kruitvat. Naar aanleiding van dit optreden stelde Hamas een ultimatum: een eind aan het geweld en een eind aan de huisuitzettingen. Daarmee kwam de geweldsspiraal op gang.
Wat moet het CDA doen?
Het CDA heeft in zowel het verkiezingsprogramma van 2010 als 2012 verklaard voorstander te zijn van de Tweestatenoplossing, een onafhankelijke, levensvatbare, democratische Palestijnse staat naast Israël, met als uitgangspunt de grenzen van 1967. Het programma van 2012 voegt daaraan toe: “Om de kans op vrede te behouden zijn drukmiddelen nodig, die de partijen bewegen beleid te staken dat een rechtvaardige oplossing in de weg staat.”
Het moment van handelen is nu.
Het CDA Partijcongres nam in 2017 unaniem een resolutie aan, waarin de Tweede Kamer fractie wordt opgeroepen bij het kabinet krachtig aan te dringen op concrete maatregelen in Europees verband, die gericht zijn op de verwezenlijking van de Tweestatenoplossing.
Die uitspraken kunnen gezien worden als invulling van één van de basisuitgangspunten van het CDA: publieke gerechtigheid. Dat betekent vooral recht doen en in dit geval het hooghouden van het Internationaal Recht. Dat moet het startpunt zijn voor het CDA.
Momentum
Er is nu, na de wapenstilstand tussen Israël en Hamas, wereldwijd een momentum ontstaan, waarin ruimte is voor een ander beleid. Dat blijkt uit de vele demonstraties overal in de wereld. Het blijkt ook uit de groeiende groep Congresleden in de VS die, gesteund door Joodse organisaties, President Biden onder druk zet om zijn invloed op Israël te gebruiken om een eind te maken aan de bezetting.
Het CDA mag dit momentum niet laten verlopen en moet duidelijk stelling nemen tegen de bezetting van Palestina door Israël en alle daaruit voortvloeiende misstanden. Het moment van handelen is nu.
Het CDA zou het voortouw moeten nemen voor een actieve houding van Nederland om te werken aan de realisatie van de Tweestatenoplossing.
Het CDA heeft in dit dossier vaak een sleutelfunctie in de Tweede Kamer, maar gebruikt die momenteel niet in overeenstemming met bovenstaande stellingnames. Dat bleek duidelijk toen de Tweede Kamer debatteerde over het conflict tussen Israël en Hamas. Bij dat debat stemde het CDA onder andere tegen een motie die de sluipende annexatie van de Westoever veroordeelde, tegen een motie die opriep tot onderzoek naar oorlogsmisdaden en tegen een motie die opriep tot een extra inspanning om de humanitaire crisis in Gaza te bestrijden. Het CDA had het verschil kunnen maken door vóór te stemmen, maar deed dat niet.
Vredesconferentie
In plaats van remmend te zijn, zou het CDA juist het voortouw moeten nemen voor een actieve houding van Nederland om te werken aan de realisatie van de Tweestatenoplossing, die het zelf steeds als doel van het beleid heeft geformuleerd, bijvoorbeeld door het stimuleren van een verplichtende vredesconferentie in Den Haag, Stad van Vrede en Recht.
Erik Tilanus is CDA-lid en secretaris van het CDA Ledenberaad Midden Oosten.