Afgelopen week verzond CDA-partijvoorzitter Rutger Ploum de brief waar ik al enige tijd op gehoopt had. Een helder statement hoe het landelijke CDA zich verhoudt tot Forum voor Democratie (FvD). Ik ben blij met de inhoud van die brief, maar constateer ook dat er nog veel werk verzet moet worden het komende jaar.

Brief van de voorzitter
Na wekenlange discussies rond de provinciale samenwerking tussen CDA en FvD in Brabant was er behoefte aan een duidelijk, inhoudelijk standpunt van de partijleiding. De brief bevat heldere teksten, waaronder: “Meerdere uitspraken van de politiek leider van FvD zijn in mijn ogen niet verenigbaar met de principes die wij als CDA hoog houden” en “(..) is het op dit moment volstrekt helder dat landelijk Forum voor Democratie een andere samenleving voor ogen staat dan wij”. Om meerdere redenen een moedig standpunt. Moedig omdat er in onze partij ook heel wat leden zijn die FvD en zijn leider positiever waarderen, moedig omdat gevonden kan worden dat dit standpunt het CDA ‘in de armen van linkse partijen drijft’ en moedig omdat Ploum kiest voor waarden in plaats van politiek opportunisme. Ploum verdient steun.

Baudet’s politieke stijl (xenofoob, elitair, los van feiten, narcistisch) kleeft aan de Brabantse FvD zolang men daar geen afstand van neemt.

Conflicterende waarden
Zelf ben ik teleurgesteld over de uiteindelijke keuze in Brabant. Hoezeer de FvD-politici in Brabant keurige, vriendelijke mensen zullen zijn: ze zijn zonder werkelijk eigen Brabants programma op de slippen van hun landelijke voorman Thierry Baudet de Staten binnen gekomen. De politieke standpunten van Baudet (uit de EU, uit de NAVO, ontkenning klimaatverandering, ‘massa-immigratie’, pro-Rusland) en zijn politieke stijl (xenofoob, elitair, los van feiten, narcistisch) kleven aan de Brabantse afdeling van FvD zo lang men daar provinciaal geen afstand van neemt. Waar het CDA in Brabant zich laat kennen door oude katholieke wijsheden als menselijke waardigheid en solidariteit, daar bedient FvD zich van egocentrisme en polarisatie. Dat is geen match en dat had onderkend moeten worden.

Identiteitscrisis
De keuze in Brabant heeft implicaties die verder gaan dan alleen Brabant. Ploum erkent dat die bredere betekenis zit in de vraag wat de kiezer bij de landelijke verkiezingen van het CDA mag verwachten. Daarbij formuleert hij direct wat zijn rol in deze discussie is: het waken over de identiteit van het CDA. Dat roept een belangrijke vervolgvraag op. Want, wat is de identiteit van het CDA?

Is de CDA identiteit een behoudende? Een conservatieve? Een barmhartige? Een duurzame? Een multiculturele?

Is dat de behoudende, conservatieve koers die de afgelopen jaren het landelijk CDA kenmerkte, is dat het barmhartige CDA van de kinderpardon-voorstanders, is dat het duurzame conservatisme dat in Limburg beleden wordt, is dat het CDA van de boeren (welke boeren?) of is dat de multiculturele diversiteit van menig CDA-afdeling in de randstad? Alleen al uit ons verleden zijn we een verzameling van bloedgroepen en andersdenkenden die elkaar makkelijk kwijt kunnen raken. Voor de middenpartij die we willen zijn is het hebben van een gedeelde identiteit een permanente opdracht, zowel binnen de partij om leden en afdelingen te behoeden voor onhandige keuzes, maar ook in de beeldvorming naar buiten.

Zij-aan-zij
Zelf denk ik dat het zij-aan-zij rapport van het Wetenschappelijk Instituut een belangrijke houvast zou moeten zijn in het identiteitsvraagstuk. Net als politicoloog Tom van der Meer die het CDA adviseert de oude kroonjuwelen – rentmeesterschap, solidariteit – op te poetsen, wijst dit rapport in een heldere en bekende richting: betrouwbare wijn in fonkelnieuwe zakken. Wij vertellen al 40 jaar een verhaal dat draait om de menselijke maat, verbinding, rentmeesterschap en verantwoordelijkheid. Zeker in tijden van crisis is daar behoefte aan en zit (bijna) niemand te wachten op verwijdering of polarisatie. We hebben meer dan genoeg aan ons eigen verhaal.

De Ploum-doctrine
Als we werkelijk de stap durven te maken – in standpunten, in verkiezingsprogramma, in bemensing – voor dat vernieuwde verhaal, dan hebben we niet langer de negativiteit van FvD of andere partijen nodig om te definiëren wie we zelf zijn. Als er daarom één proces is waar het CDA-partijbestuur zich ruimhartig mee mag bemoeien, dan is dat inderdaad het bewaken van de CDA identiteit zoals verwoord in het zij-aan-zij rapport. De “toets” van handelingen en beleid aan dit rapport, die we de “Ploum-doctrine” zouden kunnen noemen, schept duidelijkheid voor iedereen.

Wij vertellen al 40 jaar een verhaal dat draait om de menselijke maat, verbinding, rentmeesterschap en verantwoordelijkheid.

Door op een moderne manier invulling te geven aan oeroude christendemocratische waarden, door denklijnen uit Zij-aan-zij inhoud te geven, in ons denken en spreken op te nemen, door mensen te faciliteren die ons eigen verhaal weten over te brengen. Dan bouwen we het verhaal waar zuiderlingen, noorderlingen en randstedelingen het échte CDA in zullen herkennen.