Erik Sengers mist in zijn bijdrage aan dit platform (7 april 2022) de theorie van de botsende beschavingen in de verslaggeving over Oekraïne. Hij is niet alleen van mening dat Samuel Huntington een vooruitziende blik had, omdat de oorlog in Oekraïne immers plaatsvindt op een breukvlak tussen beschavingen, maar hij vindt blijkbaar ook dat de theorie nog steeds toepasbaar is. Een “positieve verhouding” met Rusland is noodzakelijk, zegt hij, “omdat er enkele landen in de Europese Unie zijn die volgens de theorie van Huntington eerder tot de Oosterse cultuursfeer horen: Griekenland, Cyprus, Bulgarije, kandidaat-lid Servië”. Misschien bedoelt Sengers het allemaal iets genuanceerder dan het klinkt, maar de strekking is toch duidelijk: Huntington blijft relevant.

Hoezo botsing van beschavingen in Oekraïne?
Op deze gedachtegangen is wel iets aan te merken. Zo verwachtte Huntington zelf dat een conflict tussen de westerse en de Russische beschaving verder naar het westen toe zou plaatsvinden. Van alle EU-landen staat Hongarije politiek het dichtst bij Rusland, terwijl het geen orthodox land is. Denk er ook aan dat dit conflict en vele andere van het moment niet gelegitimeerd worden door cultuur, maar door morele kwesties in de privésfeer: abortus, gay prides, vermeende ondermijning van het gezin. In Polen en Hongarije speelt dat alles net zo.

“Er is echt wat anders aan de hand dan simpelweg een botsing van beschavingen.”

Er is dus echt wat anders aan de hand dan simpelweg een botsing van beschavingen. Misschien is het mogelijk de theorie van Huntington zodanig te vertimmeren dat dit soort discrepanties worden opgelost, maar laten we dan ook niet doen alsof het Westen één homogene beschaving is. Dan doen we onszelf als Europa schromelijk tekort.

Een relevante theorie waar we iets mee moeten
Erik heeft echter wel degelijk gelijk dat de theorie van botsende beschavingen relevant blijft. Het is een overzichtelijke weergave van de internationale verhoudingen van na de Koude Oorlog die telkens weer de kop op steekt. Er is geen alternatief paradigma voorhanden met dezelfde kwaliteiten, helaas ook niet uit christelijke hoek, ook al bestaan daarvoor wel goede aanknopingspunten. En niet te vergeten, de Russen lijken erin te geloven: in Rusland werd Huntingtons boek een bestseller.[1] De vraag is dus, is de theorie relevant omdat ze een zelf-vervullende profetie is gebleken, omdat ze onvermijdelijk is bij gebrek aan alternatief, of omdat ze toch ergens hout snijdt? En hoe gaan we er dan mee om?

“Het zoeken naar verbinding te midden van onoverbrugbaar lijkende tegenstellingen is vanouds eigen aan de christendemocratie.”

Zoeken naar verbinding is authentieke christendemocratie
Als ik Erik goed lees willen hij en ik uiteindelijk precies hetzelfde. Zijn pleidooi voor de eenheid van de Europese cultuur en de onmisbare Russische bijdrage daaraan ondersteun ik van harte. Aandacht voor de socio-cultureel-religieuze achtergronden van de huidige oorlog, kan ik me ook iets bij voorstellen. Noodzaak tot een positieve verhouding tot Rusland en herstel van goede betrekkingen waar mogelijk, hoe eerder hoe beter. Dat is ook waar Huntington uiteindelijk op uitkwam: dialoog over de grenzen van ‘beschavingen’ heen. Op zich is dat een redelijk helder inzicht, al is het de vraag of we Huntington daarvoor nodig hebben en hoe die dialoog dan praktisch vorm krijgt. Over dat laatste heeft Huntington niet zoveel te zeggen, dat is zijn expertise niet.

De christendemocratie heeft daar nu juist wel ervaring mee. Het zoeken naar verbinding te midden van onoverbrugbaar lijkende tegenstellingen is vanouds eigen aan de christendemocratie. Deze is ook zelf voortgekomen uit stromingen die grote weerstand hadden tegen het dominante liberalisme: onze politieke voorouders dachten conservatief, niet inclusief of egalitair. Tenslotte heeft de christendemocratie altijd affiniteit getoond met hoge cultuur, met cultuuruitingen die het mooiste en beste wat de mens in zich heeft naar voren brengen. Al deze tradities bieden aanknopingspunten om te streven naar de-escalatie, humanisering van de oorlogsvoering (ius in bello), het bouwen van culturele bruggen en het vermijden van demonisering. Zelfs in een schijnbaar hopeloze situatie zoals nu met Rusland.

“De wereld heeft schreeuwende behoefte aan een democratisch en toekomstgericht conservatisme.”

Een Europees alternatief is nodig
De Europese christendemocratie heeft veel meer te bieden dan de theorie van Huntington, die in de politieke praktijk tot de grootst mogelijke brokken leidt. De christendemocratie heeft diepe bronnen en kan ook nieuwe inzichten verwerken. Neem bijvoorbeeld de Aristotelische inzichten over een gezamenlijk belang, het bonum commune, dat niet per se voorgegeven is maar dat je gezamenlijk opbouwt. Daarnaast zijn christelijke organisaties nog steeds beter dan anderen in staat om een grensoverschrijdend correctief te bieden voor culturele verblinding en propagandistische misleiding. Ten slotte kan de christendemocratie aansluiten bij verwante denkrichtingen zoals het Amerikaanse pragmatisme en de burgerrechtenbeweging onder leiding van Martin Luther King. Het moet mogelijk zijn deze kennis te vertalen in een werkbare visie op internationale betrekkingen die realiteitszin combineert met oog voor moraliteit, zoals Reinhold Niebuhr dat ooit deed in de VS.

Religie en cultuur zijn daarin onmisbaar. De wereld heeft schreeuwende behoefte aan een democratisch en toekomstgericht conservatisme dat zich op positieve wijze verbindt met de religieuze krachten die onze samenlevingen mede vormgeven. De Europese christendemocratie kan daarin helpen voorzien.

Matthijs Kronemeijer studeerde theologie, Arabisch, Joodse Studies en politieke wetenschappen. Hij woont met zijn vrouw en dochter in Toronto (Canada). Hij richt zich momenteel op de interpretatie van het Marcusevangelie vanuit de Griekse politieke filosofie.


[1] Stephen Holmes and Ivan Krastev, The Light That Failed: Why the West Is Losing the Fight for Democracy, 2020.