Bij alle commentaren over de oorlog in de Oekraïne mis ik toch Samuel Huntington’s ‘Clash of civilizations’ (1996). Deze theorie zegt dat na de Koude Oorlog de wereld niet meer in politieke blokken maar in culturele sferen opgedeeld zal raken, wat op de grensgebieden van die sferen tot conflicten zal komen.
West vs. Oost
Hoewel met enige nuance, voorzag hij dat er een westerse sfeer tegenover een oosters-orthodoxe sfeer zou komen. Beide hebben immers hun oorsprong in het christendom, toch zag hij enkele duidelijke verschillen: de rol van het maatschappelijk middenveld, de verhouding van de burger tegenover de staat, de plaats van de kerk in samenleving en politiek, en de ervaring van Reformatie en Verlichting. Bij alle politieke, economische en militaire overwegingen van Poetin is de oorlog in de Oekraïne ook een van de ‘culture wars’ die Huntington voorzag.
Poetin wil niet dat Rusland, wat het kernland is van de oosterse cultuur, de greep verliest op Oekraïne
Culturele invloedssfeer
Het gaat om de vraag bij welke culturele invloedssfeer het land behoort. Poetin wil niet dat Rusland, wat het kernland is van de oosterse cultuur, de greep verliest op Oekraïne, dat in de hoge middeleeuwen de geboortegrond was van de groot-Russische cultuur. Hiervoor heeft hij al in verschillende toespraken gewaarschuwd. Daarbij komt zijn visie dat hij de beschermheer is van de buiten de Russische Federatie wonende Russischtaligen. Nog groter gedacht is Moskou, dat zich als het nieuwe Constantinopel ziet, de beschermer van de in Europa wonende orthodoxe gemeenschappen. In spiegelbeeld is het uitzonderlijke bezoek van Biden aan de Europese Unie, laatst, een teken van de eenheid van de westerse cultuursfeer (VS en EU, Australië en Nieuw-Zeeland). Dit conflict wordt niet voor niets uitgevochten op de cultuurgrens van Oost en West, in de Oekraïne, wat letterlijk betekent ‘land aan de grens’.
Dwarsverbanden
Huntington biedt een verklaring, maar we kunnen zijn theorie ook gebruiken om de verhoudingen tussen oost en west op de lange termijn, na afloop van de oorlog, te verbeteren. Huntington ziet het wat zwart-wit, maar er zijn ook heel veel dwarsverbanden tussen Rusland en het Westen waarop we elkaar kunnen aanspreken. Peter de Grote was in Amsterdam, Franse filosofen van de Verlichting gingen aan het Tsarenhof in en uit, de vrouw van Willem II was een Russin, Russische moderne kunstenaars lieten zich in Parijs en Berlijn inspireren, Catharina de Grote (die het Russische rijk uitbreidde tot waar Poetin het weer wil hebben), kwam uit Duitsland. Het museum Hermitage in Amsterdam liet regelmatig de prachtige vruchten van die interactie zien, totdat het tragisch genoeg moest worden gesloten. Deze contacten hebben niet geleid tot de hervormingen van de Russische staat en cultuur in westerse zin, wat door verschillende Russische leiders wel als noodzakelijk werd gezien.
Dit conflict wordt niet voor niets uitgevochten op de cultuurgrens van Oost en West, in de Oekraïne, wat letterlijk betekent ‘land aan de grens’.
Europa zonder Rusland?
Verder is een positieve verhouding tot Rusland op lange termijn noodzakelijk, omdat er enkele landen in de Europese Unie zijn die volgens de theorie van Huntington eerder tot de Oosterse cultuursfeer horen: Griekenland, Cyprus, Bulgarije, kandidaat-lid Servië. Al voor de Oekraïne-oorlog probeerde Rusland in deze landen de cultureel-religieuze kaart uit te spelen en de banden aan te halen dan wel de EU uit elkaar te spelen, met enig succes. Hoe duidelijker de grens tussen de oosterse en westerse cultuursfeer getrokken wordt (ook vanuit het westen), hoe meer dit soort landen de noodzaak zullen voelen een keuze te moeten maken tussen oost en west. Een goede verhouding met Rusland kan dit soort landen helpen hun eigen cultuur te bewaren en tegelijkertijd lid te blijven van de Europese familie. Al met al kan ik me een Europa, in de zin van Europese cultuur, zonder Rusland niet voorstellen. En wat Rusland zonder Europa betekent, dat zien we aan het lot van de oppositie en de burgerrechtenbewegingen in dat land.
Dr. Erik Sengers is godsdienstsocioloog en kerkhistoricus. Hij is onder andere verbonden aan De Tiltenberg, een centrum voor kerkelijke opleidingen in Vogelenzang.