Over de noodzaak van een politiek bestuur voor de waterschappen bestaan nogal eens twijfels. Is er wel wat te kiezen? Kunnen politieke partijen het verschil maken? Velen weten niet wat een waterschap doet en hebben geen idee van de belangen die achter de ‘water’-vraagstukken schuilgaan. De waterschapsverkiezingen bieden een kans dat duidelijk te maken.
De overstromingen in Limburg in 2021 en drie achtereenvolgende droge zomers van 2018 tot en met 2020 drukten toonden de urgentie van een water- en klimaatbeleid. Maar een verkiezingscampagne is naast de campagne voor de eigen partij ook altijd nog een promotiecampagne voor de waterschappen zelf. Helaas schiet ook de voorlichting door de waterschappen zelf tekort. Na het ‘polderen’ door de waterschapsbesturen wordt vaak alleen een einduitkomst gepresenteerd en is er te weinig oog voor de beleidsalternatieven en verantwoording van de gemaakte impliciete keuzes.
Politieke vragen genoeg
Toch zijn er politieke vragen genoeg. Als we het hebben over peilbeheer: moeten de landbouw en andere functies worden gefaciliteerd, of moet natuurontwikkeling voorrang krijgen, meer ‘natte natuur’? Hoe pakken we de problematiek van de bodemdaling aan? Onmiddellijk stoppen met de peilverlagingen vanwege de gewenste reductie van CO2-emissies die het gevolg zijn de inklinking, oxidatie van het veen, of moeten we de landbouw de kans geven om te schakelen en meer geleidelijk beleid voeren? Het CDA pleit altijd voor het vormen van draagvlak door participatie, vooral met de direct betrokkenen.
Moet het waterschap meer natuurvriendelijke oevers aanleggen voor de verbetering van de waterkwaliteit? Ja? En ook nog meer natuurterreinen aanleggen of aankopen, of moeten we eerst natuurbeheerders aanspreken op onderhoudsverplichtingen? Wie betaalt de aanleg van een vispassage bij gemalen en sluizen?
Zonder waterschappen zouden we niet eens kunnen leven in ons moerasland.
Kerntaken
Wie moeten er opdraaien voor de hogere kosten van het waterbeheer tijden van klimaatverandering? Moet het waterschap een ‘klimaatschap’ worden, of moet het een functioneel bestuur blijven? Wat mij betreft: geen klimaatschap, maar het waterschap moet natuurlijk wel ‘klimaatbeleid’ voeren, klimaatadaptatie, steeds meer rekening houden met de klimaatverandering, vooral ook om wateroverlast te voorkomen. In het regeerakkoord staat: ‘Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming. Waterschappen worden daar eerder bij betrokken en de watertoets krijgt een dwingender karakter’. Moeten we als waterschap meer of minder taken uitvoeren, bezuinigen, maar wel hogere veiligheidsrisico’s accepteren? We mogen de ‘klassieke kerntaken’ (waterveiligheid, waterkwaliteit) niet uit het oog verliezen.
Gebruiker of vervuiler betaalt?
Als het gaat over waterschapsbelastingen zoals de watersysteemheffing: moeten we het profijtbeginsel? Oftewel: wie baat heeft bij de voorzieningen van het waterschap of extra diensten afneemt, helpt mee om de kosten daarvan, door middel van de watersysteem- heffing te dragen? Of moeten we uitgaan van het principe ‘de kostenveroorzaker/vervuiler betaalt’ voor de zuiveringsheffing: kosten worden leidend om ook duurzame ambities te ondersteunen? Welke rol moeten waterschappen spelen in de energietransitie met de mogelijkheden van aquathermie?
Moet het waterschap een klimaatschap worden, of moet het een functioneel bestuur blijven?
Moeten ze ‘klimaatneutraal’ zijn in de verwerking van afvalwater? Moeten we bij kwijtscheldingsbeleid voor de waterschapsbelastingen ook zzp’ers ontzien? Moet het waterschap meer oog hebben voor waterrecreatie (een neventaak)? Subsidies geven aan cultuurhistorische objecten zoals oude poldergemalen, of aanleg van visvriendelijke passages bij stuwen en gemalen?
Meer dan techniek
Zijn dit ‘politieke’ vragen of is dit allemaal alleen maar een kwestie van techniek? Ik zou de beantwoording niet aan de ambtenaren van waterschappen of provincies willen over laten. Die zorgen voor een prima ondersteuning, zij hebben technisch verstand van de uitvoering, maar bij de keuze van de maatregelen voor waterbeheer, de prioriteiten of de hoogte van de waterschapsbelastingtarieven is een politiek bestuur aan zet. Partijen maken verschillende keuzes. Het waterschapsbestuur is relevant. Zonder waterschappen zouden we niet eens kunnen leven in ons moerasland. Kies daarom bestuurders die hart en ziel hebben voor het waterschap en een goede afweging van maatschappelijke belangen maken en niet specifiek voor één sector.
Geef waterschapsbestuurders de kans om met coalitieonderhandelingen op basis van de krachtsverhoudingen na de verkiezingen de maatschappelijk gewenste prioriteiten te stellen. Er staat ook voor het CDA veel op het spel bij de waterschapsverkiezingen.
Wim Zwanenburg, voorzitter van de CDA-fractie in het Algemeen Bestuur van waterschap Amstel, Gooi en Vecht, zie ook www.cda.nl/agv. Reacties zijn welkom op wimzwanenburg@hotmail.com