Van oudsher is het CDA een brede volkspartij die qua stemmers en beleid goed een balans wist te vinden tussen de verschillende groepen in de samenleving. Het was een partij voor zowel werknemer als werkgever en voor rijk en arm. Het CDA van nu is echter veranderd. De partij heeft zowel in de oppositie als in het kabinet haar sociale kant laten verloederen en daarmee de binding met een groot deel van de samenleving verloren. Om weer een echte volkspartij te zijn, moet CDA socialer worden.

De sociale kant van de christendemocratie
De sociale kant van de christendemocratie vindt haar oorsprong in zowel het rooms-katholicisme (o.a. Rerum Novarum) als in het protestantisme (o.a. Abraham Kuyper die de ‘kleine luyden’ vertegenwoordigde). Dit denken monde uit in een sociale stroming waarbij het vinden van een balans tussen de belangen van de verschillende sociale klassen leidend is en waarin niet de markt of de staat, maar de samenleving centraal staat. Deze sociale kant was een belangrijk onderdeel van de christendemocratie. Naast de sociaaldemocraten waren het dan ook de christendemocraten die aan de wieg stonden van onze verzorgingsstaat. Zo is de Kinderbijslag in 1938 ingevoerd door de Minister van Sociale Zaken Carl Romme, een RKSP’er en later een KVP’er.  Na de fusie tussen de KVP, CHU en de ARP waaruit het CDA ontstond, bleef deze stroming lang leidend binnen de partij.

Het CDA heeft de binding met een groot deel van de samenleving verloren.

Verloedering
De huidige koers van het CDA wijkt echter ver af van deze ideeën. Met een verhaal dat steeds meer lijkt op een VVD-light raakt het CDA de weg kwijt. Het CDA heeft zich de afgelopen jaren te veel laten leiden door de ideeën van het neoliberalisme. Zo was de partij in het kabinet voorstander van het afschaffen van de dividendbelasting en steunde het de verlaging van de Kinderbijslag. Ook de uitspraak over het korten van de WW-uitkering van Wopke Hoekstra tijdens de verkiezingen in 2021 kan gezien worden als een voorbeeld van de neoliberale koers van onze partij. Met deze koers is het CDA, net als de andere traditionele partijen, niet in staat om een oplossing te bieden voor grote problemen zoals groeiende economische ongelijkheid, de achterblijvers van de globalisering en de toenemende armoede in Nederland. Met een ongewijzigde koers zullen in de nabije toekomst nieuwe problemen, zoals grootschalig baanverlies door automatisering, dit falen van de traditionele partijen alleen nog maar versterken en de steun voor radicale bewegingen vergroten. Daarom is het belangrijk dat het CDA weer socialer wordt en christendemocratische oplossingen voor deze grote problemen biedt.

Een christendemocratische aanpak richt zich op samenwerking tussen verschillende sociale klassen.

Keerpunt: Voorstellen voor een socialer CDA
De basis van de socialere koers voor het CDA kent drie pijlers:

  1. Weer leunen op beide benen: CDA moet bij vraagstukken over de economie en de arbeidsmarkt weer rekening houden met zowel de werknemers als de werkgevers en moet de banden met de vakbonden en het maatschappelijk middenveld verbeteren. Concreet kan het CDA dit in de praktijk brengen door zich o.a. in te zetten voor meer medezeggenschap voor de werknemers op zowel de werkvloer als in de bestuursraden (vergelijkbaar met het Duitse idee van “mitbestimmung”).
  2. Een christendemocratische visie op de verzorgingsstaat: Het CDA moet een christendemocratisch alternatief bieden voor de liberale en socialistische opvattingen over de verzorgingsstaat. In de praktijk betekent dit een verzorgingsstaat waarin het gezin centraal staat. De overheid krijgt een leidende rol in het beschermen van sociaal-economisch welzijn van gezinnen. Daarnaast moet het CDA zich ook blijven inzetten voor goede sociale zekerheid voor andere groepen (bijv. werknemers).
  3. Economische ongelijkheid aanpakken: Een christendemocratische aanpak richt zich op samenwerking tussen verschillende sociale klassen (solidariteit) en het verminderen (maar niet compleet weghalen) van de verschillen tot een acceptabel niveau. Zoals KVP-voorman Veringa het in de jaren ’70 mooi verwoordde: “Het verschil tussen een fiets en een Mercedes is te groot. Ik heb nooit het idee gehad, dat iemand geen Mercedes mocht hebben. Maar ik heb wel een gevoel van onbehagen als iemand nog geen fiets kan permitteren.” Hiertoe moet het CDA zich o.a. inzetten voor een progressievere inkomsten-en vermogensbelasting en een grotere sociale mobiliteit.

Conclusie
Deze pijlers kunnen de basis vormen voor een nieuwe koers en een terugkeer van  het CDA als volkspartij. Alleen zo kan CDA de volle breedte van de Nederlandse samenleving vertegenwoordigen.

Sam Volkers studeert politicologie aan de UvA, zit voor zijn faculteit in de studentenraad en is lid van het CDJA en CNV Jongeren.