Onder leiding van interim-voorzitter Marnix van Rij bepaalt het CDA nu opnieuw haar positie en koers. De partij is te ver afgedwaald naar rechts en moet weer terug naar het midden, stelt Jonathan van de Gronden.
Een kleine geschiedenis van verrechtsing
Sinds Balkenende het toneel verliet werd de verrechtsing van het CDA ingezet. Eerst op sociaal-cultureel vlak, onder Verhagen in een samenwerking met de PVV, met Buma in een nationalistische retoriek van joods-christelijke waarden en ‘het volkslied’. Heerma zette dit voort met een pleidooi voor het sociaal-conservatisme als ondertitel van de partij (voetnoot 1), wat een sociaaleconomisch vervolg kreeg met Hoekstra’s gehamer op de meritocratische ‘Nederlandse belofte’, de aanpak van drugscriminaliteit en een verkorting van de WW. Zo werd het CDA een ‘reservewiel van een rechtse coalitie’ (voetnoot 2).
Het schermen met ‘wij doen het Europees’ zou niet als excuus moeten worden aangevoerd om nationaal dan maar stil te zitten.
Dit gebeurde allemaal in een campagne waarin normen en waarden als één van de drie belangrijkste thema’s gepeild werd. De vraag die nu rijst: verder regeren ja of nee? In 1994 stelde de commissie Gardeniers in 1994 al dat het CDA een ‘zelfgenoegzame’ bestuurderspartij was geworden (voetnoot 3). Frappant genoeg wordt dat argument nu als reden genoemd om ondanks het verlies toch te gaan formeren. We kunnen in deze grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog toch niets anders dan verantwoordelijkheid nemen?
Terug naar het midden
Zelf denk ik dat we deze tijd ook juist kunnen en moeten gebruiken om het CDA-verhaal te actualiseren. De vier en grondbeginselen behoeven bijvoorbeeld nieuwe invulling.
Vertrek voor een herstel van publieke gerechtigheid vanuit de afgelopen campagne. Hoekstra’s roep om een verkorting van de WW-uitkering moeten we inbedden in het nieuwe sociaal contract van Pieter Omtzigt. Met betere rechtsbescherming van burgers kunnen we ze in de bijstand opvangen met een eenjarige uitkering van 90% en bijkomende hulp in een zoektocht naar een nieuwe baan.
We moeten meer inzetten op het creëren van ruimte voor initiatief van onderop, op het werk, op de vereniging en in het onderwijs. Daarbij kan werk ook bijdragen aan zingeving en zou werk niet slechts als inkomstenbron moeten worden gezien. Dit wordt nog meer het geval wanneer werknemers kunnen meebouwen aan organisaties en de realisering van maatschappelijke doelen. Zo kan gespreide verantwoordelijkheid verder worden ingevuld.
Wij buigen, net als Van Agt, niet naar links en niet naar rechts.
We dienen solidariteit te tonen met kwetsbare groepen, zoals bijstandsgerechtigden, vluchtelingen en daklozen. Door de overheid een gezicht te geven en te zorgen voor voelsprieten in de vorm van jongerenwerkers, wijkagenten en vrijwilligers bij sportclubs, laten we niemand achter.
Rentmeesterschap praktiseren we door eindelijk over te schakelen naar een helder – en vooral ambitieuzer – klimaatbeleid. Een doorrekening van CDA plannen die door het Planbureau voor de Leefomgeving als niet-Parijs-proof wordt bestempeld is ronduit beschamend. De inzet op draagvlak als brug tussen een té idealistische afslag en die van een van argwaan ten opzichte van maatregelen is goed. Het schermen met ‘wij doen het Europees’ zou echter niet als excuus moeten worden aangevoerd om nationaal dan maar stil te zitten.
Dries van Agt
Op deze manier, met opgepoetste grondbeginselen, kunnen we eindelijk weer eer doen aan de politiek van het midden. Wij buigen, net als Van Agt, niet naar links en niet naar rechts.
Jonathan van de Gronden is CD(J)A lid en student politicologie.
Voetnoten
[1] https://www.tijdschriftcdv.nl/inhoud/tijdschrift_artikel/CD-2017-1-10/Het-CDA-behoeft-de-ondertitel-sociaal-conservatief-1
[2] https://www.nrc.nl/nieuws/2021/03/15/ploumen-pvda-waar-is-sociale-gezicht-cda-a4035636
[3] https://d14uo0i7wmc99w.cloudfront.net/Organisaties/Visiegroepen/Publicaties/Rapport_Evaluatiecommissie_Gardeniers.pdf