Onlangs werd in de trein een document gevonden met een schets over een samenwerking tussen VVD en CDA. Media waren aanzienlijk verrast over de inhoud. Er “tekent zich een groen progressief akkoord af”, zo kopte Trouw de dag erna. De toon en de inhoud waren verrassend op het onderwerp klimaat. De inhoudelijke invloed van Henri Bontenbal, die recent een nieuwe visie op klimaat schreef, begint steeds duidelijker te worden wanneer binnen het CDA over klimaat wordt gesproken.

Het is een goede zaak dat het CDA weer de antwoorden geeft op de grote klimaatvragen. Rentmeesterschap is immers een van onze uitgangspunten binnen de christendemocratie. We willen onze aarde beter doorgeven aan de volgende generatie. De klimaatopgave vraagt veel van ons als wij de opwarming van de aarde willen stoppen of tegen willen gaan. De vraagstukken die daarbij horen, gaan verder dan alleen het behoud van de aarde zelf. Klimaatbeleid is iets dat raakvlakken heeft met vrijwel alle andere onderwerpen.

Samenhang met landbouw
Recent verscheen er bij onze Oosterburen, bij de Konrad Adenauerstiftung (KAS) een prachtig klimaatrapport. Het rapport ging niet zo zeer over de opwarming van de aarde, maar had als hoofdvraag wat de gevolgen zouden zijn voor de veiligheidssituatie in andere delen van de wereld. Volgens de Duitsers zouden de gevolgen van klimaatverandering vooral merkbaar zijn in de grootste sector van de juist armere landen: de landbouwsector. “Der Klimawandel und der Agrarsektor sind eng miteinander verbunden”, aldus de Duitsers.

De reden om zich juist op landbouw te richten is tweeërlei: ten eerste is de landbouw de grootste werkgever in de armste gebieden. Ten tweede is de landbouw de grootste uitstoter van broeikasgas en draagt ze zo sterk bij aan de klimaatverandering.

De conflicten in Syrië en Afghanistan vinden (mede) hun oorsprong in slechte landbouwoogsten.

Katalysator voor conflicten
Door klimaatverandering zouden juist de armste mensen in de landbouw het hardst geraakt worden. In een zoektocht naar een beter bestaan zullen er daardoor migratiebewegingen en conflicten ontstaan. Dat verband wordt gesteund door de feiten. De conflicten in Syrië en Afghanistan vinden (mede) hun oorsprong in slechte landbouwoogsten en wegtrekkende armere bevolkingsstromen die weer leiden tot ontevredenheid. Juist armere landen die een grote landbouwsector hebben, zijn kwetsbaar voor de grote gevolgen van klimaatverandering. Klimaatverandering leidt zo niet alleen tot milieuproblemen, maar het vormt ook verdelingsvraagstukken en zo een katalysator voor conflicten.

Boeren wier land opdroogt of juist natter wordt moeten op zoek naar nieuwe grond. Zo kunnen grote migratiebewegingen mede voortkomen door de gevolgen van klimaatverandering. Een van de oplossingen die de Duitsers expliciet hierbij benoemen is de sector waar het probleem ook ontstaat: de landbouwsector. Slimme landbouw die zich aan weet te passen aan de veranderende omstandigheden kan zo ook in armere gebieden zorgen voor bestaanszekerheid. Dat vergt investeren, innovatie en slimmere inzet van landbouwtechniek als strategisch beleid om conflicten te voorkomen.

Strategische landbouw
De Duitsers pleiten daarom voor wat ze noemen ‘Environmental Peacebuilding’. Klimaatbeleid is voor hen niet iets dat alleen maar over het eigen behoud van een schone wereld gaat. Het is ontegenzeggelijk verbonden met veiligheidsbeleid. Je zou dus maar vooroplopen in de wereld met slimme landbouwtechnieken. Dit is precies waar wij als Nederland goud in handen hebben. Niet alleen omdat onze landbouw de meest innovatieve is en er als goed koopman dus ook handel mee te drijven valt.   

We hebben als Nederland goud in handen.

Samenwerking met landen waar klimaatverandering leidt tot bodemdroogte bijvoorbeeld kan voorkomen dat boeren in zo’n land hun heil ergens anders moeten zoek met mogelijk alle gevolgen van dien. Hoe gek het ook klinkt, ons land heeft met onze landbouwsector een internationale troef in handen op vredesbeleid. Door innovatieve landbouw als onderdeel van diplomatie, bij te laten dragen aan het voorkomen van klimaatproblemen, voorkomen we migratiestromen en zo instabiliteit. Landbouw kan zo een instrument van de vrede en veiligheid worden, wanneer we haar op de juiste manier gebruiken.

Op dit moment is de discussie rondom landbouw vooral gericht op de binnenlandse elementen van stikstofreductie. We moeten als CDA meer oog hebben voor de strategische internationale functie van onze landbouw. Landbouw hoort een groot onderdeel te zijn van onze internationale opstelling. Dat is niet alleen in belang van de koopman, maar ook in belang van de dominee. Onze sector loopt voorop. Het is hoog tijd dat we daar andere landen mee helpen. Ook daarom verdient onze landbouwsector steun.

Bart van Horck is werkzaam als adviseur Europa bij het ministerie van BZK en voorzitter van CDA Midvoor, een netwerk dat gericht is op waardengedreven middenpolitiek binnen het CDA.