Energiearmoede, kinderarmoede, menstruatiearmoede, voedselarmoede, woonarmoede, vervoersarmoede… Landelijke politici komen vaak met stevige teksten als er weer een alarmerend rapport over een vorm van armoede naar buiten komt en roepen vervolgens het kabinet op om met een actieplan te komen. Door het gebrek aan moreel leiderschap verzanden oplossingen in eindeloze discussies over politieke stokpaardjes en blijft een samenhangende aanpak uit.
Cijfers
Waar hebben we het over? Ik licht er een paar vormen van armoede uit aan de hand van wat cijfers. 600.000 huishoudens leefden in 2022 in ‘Energiearmoede’ (TNO). Een toename van circa 20% ten opzichte van 2020. Gemiddeld 1 op de 12 kinderen groeide in 2019 op in een arm gezin (SCP). Daarbij zijn er grote verschillen tussen regio’s en gezinssamenstellingen. Ongeveer 200.000 mensen maakten in 2022 gebruik van de Voedselbank; een stijging van ongeveer 30% ten opzichte van een jaar eerder.
Geen pleisters plakken, maar structureel verbeteren
De essentie is dat honderdduizenden gezinnen te weinig hebben om rond te komen door de (stijgende) kosten waarmee ze te maken hebben. Maar in Den Haag lijkt men het lastig eens te worden over een structurele verbetering van de situatie waarin deze gezinnen verkeren en kiest men iedere keer weer voor ad hoc oplossingen en pleisters plakken. Bijvoorbeeld het lanceren van een tijdelijke crisisregeling, een financiële impuls richting de voedselbanken of een nieuwe campagne tegen schulden.
Door het gebrek aan moreel leiderschap verzanden oplossingen in eindeloze discussies over politieke stokpaardjes.
Het is hoognodig dat er fundamenteel aan de slag gegaan wordt met bestaanszekerheid waarbij solidariteit een kernwaarde is. Dat raakt het fiscale systeem, toeslagen, de toegang tot zorg, wonen en kinderopvang en de hoogte van lonen en uitkeringen. Dat is een ingewikkeld vraagstuk, maar door het gebrek aan moreel leiderschap verzanden oplossingen in eindeloze discussies over politieke stokpaardjes waardoor nog steeds geen sprake is van een ambitieuze, meer allesomvattende aanpak. Bovendien zit de enorme Haagse verkokering in de weg. Ieder departement heeft de neiging om zelf met het eigen ‘dossier’ aan de slag te gaan. Al dan niet onder druk van een minister die snel resultaten wil laten zien.
Morele opdracht
Het is bemoedigend om te merken dat bestaanszekerheid binnen het CDA een belangrijk thema is. In mijn rol als VNG-bestuurder ‘armoede en schulden’ zie ik dat CDA-wethouders het pleidooi tot structurele verbetering van de bestaanszekerheid van kwetsbare gezinnen nadrukkelijk omarmen. En ook in de Kamer zie ik een zelfbewuste Kamerfractie die hiermee aan de slag wil.
Dus aan het werk! Kom met een visie en een plan dat gezamenlijk is opgesteld door de ministers van sociale zaken, volksgezondheid, wonen en financiën. En ook de minister van rechtsbescherming levert een bijdrage door de schuldindustrie aan te pakken. Wij staan voor publieke gerechtigheid en laten onze meest kwetsbare inwoners niet over aan de markt. Bedrijven zoals incassobureaus, bewindvoerders en kredietverstrekkers moeten strakker gereguleerd worden. Meer samenleving, meer regie vanuit de overheid en minder markt.
Het is hoognodig dat er echt fundamenteel aan de slag gegaan wordt met bestaanszekerheid, waarbij solidariteit een kernwaarde is.
Terug naar het plan. Betrek daar de mensen om wie het gaat bij en de gemeenten. Zij staan het dichtst bij onze inwoners. Gemeenten zien de impact op hun inwoners, iedere dag weer. Onder andere vanuit hun verantwoordelijkheid voor de aanpak van schulden, toegankelijkheid sociale huur en toeleiding naar werk.
Gezamenlijke inzet van overheden én de samenleving
Gemeenten moeten zelf ook aan de slag.:
- Maak werk van een visie binnen je gemeente en maak een programma waarmee je werkt aan structurele verbeteringen van de ondersteuning van inwoners.
- Maak jezelf daarbij minder afhankelijk van marktpartijen en haal essentiële professionele expertise in huis, zoals budgetbeheerders en schuldhulpverleners, maar maak vooral ook werk van goede samenwerking met (vrijwilligers)organisaties die actief zijn in de samenleving, zoals Schuldhulpmaatje, de Voedselbanken, Humanitas, maar zeker ook kerken en moskeeën.
- Maak goede, laagdrempelige afspraken over hoe je elkaar kunt aanvullen. Vrijwilligers worden eerder vertrouwd dan de overheid en komen eenvoudiger met mensen met schulden in contact. Maar ook in de nazorg kunnen zij veel betekenen, bijvoorbeeld door mee te kijken met de financiën en te voorkomen dat het weer misgaat. Een prachtig voorbeeld van gespreide verantwoordelijkheid. Vrijwilligers van deze organisaties zijn goud waard en het is belangrijk dat zij op waarde worden geschat!
Peter Heijkoop is voorzitter van de VNG-commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie, wethouder in Dordrecht en voorzitter van het CDA-Zuid Holland.