De dag waarvan je stiekem wist dat hij zou komen was vrijdag daar: het einde van het kabinet Rutte IV. Zelfs haar naamgever ruimt nu het veld. Het laat het CDA als bij vlagen ongemakkelijke coalitiepartner in een benarde positie; de peilingen liegen er niet om en de lijm die de brokstukken van de vorige Tweede Kamerverkiezingen bij elkaar moet houden is nog niet droog. Tijd om dat proces zorgvuldig af te ronden is er niet. De partij moet razendsnel in campagnestand. Welke politieke positionering past het CDA?

Om die vraag te beantwoorden is het noodzakelijk om te inventariseren wat er goed en niet goed gaat. In het kader van ‘eerst het zuur en dan het zoet’ (om de onvolprezen Jan Peter Balkenende nog eens te quoten) begin ik met het laatste.

Verantwoordelijkheid
Dan valt op dat de bestuurlijke reflex van het ‘verantwoordelijkheid nemen’, zo diep doordrongen in de partijcultuur- en structuur, het CDA de laatste jaren meer slecht dan goed heeft gedaan. Ook nu was de eerste reactie: Rutte is roekeloos bezig en ruilt het landsbelang in voor eigen (partij)belang. Dat laatste kunnen we met de kennis van nu nuanceren. Het is overigens geen slechte eigenschap, die wil om verantwoordelijkheid te nemen. Een christendemocraat die zich geconfronteerd weet met een pandemie, een stikstof- en klimaatcrisis, vergaande woningnood en een niet meer te dragen vluchtelingenstroom voelt de intrinsieke drang om bij te dragen aan de oplossing.

Het valt op dat de bestuurlijke reflex van het ‘verantwoordelijkheid nemen’, zo diep doordrongen in de partijcultuur, het CDA de laatste jaren meer slecht dan goed heeft gedaan.

Bijwagen
Die drang heeft er nu wel toe geleid dat het CDA zich in een bijna onmogelijke positie bevindt: als bijwagen van het strenge migratiebeleid van voormalig premier Rutte én als grillige partner qua stikstofbeleid. Problematisch: BBB monopoliseerde, in ieder geval in de perceptie van de kiezer, de kritiek op het stikstofbeleid, de VVD mag zich door de onwaarschijnlijke move van haar oud-voorman ‘issue owner’ noemen van stevig migratiebeleid. Dat laatste is extra spijtig omdat het een onderwerp is waar veel mensen actie op vragen én omdat lokale CDA-bestuurders recent een overtuigende aanzet deden tot een oplossing. Richten op capaciteit en maatschappelijk draagkracht door per gemeente een streefgetal af te spreken is concreter dan menig andere partij het debat in wist te brengen. Het effect van het beperken van gezinshereniging zoals de VVD voorstelt is op de totale omvang van de instroom bijvoorbeeld gering.

Campagnewet
Maar goed, een aloude maar rotsvaste campagnewet schrijft voor dat je nog zo je best kunt doen op een bepaald thema, in dit geval migratie, wanneer potentiële kiezers die connectie met je partij niet maken of al hadden gemaakt is het als water naar de zee dragen. Zo waren de inspanningen op economisch herstel tijdens de landelijke campagne van 2021 bewonderenswaardig en gezien de pandemie noodzakelijk, de kiezer koos voor het ‘origineel’. Dit terwijl de VVD, want daar doel ik uiteraard op, een beduidend minder robuuste economieparagraaf in haar verkiezingsprogramma had opgenomen. Dat gezegd hebbende: we moeten niet uitsluiten dat het CDA voor velen nog altijd het redelijke alternatief is tussen links en rechts en dat BBB nog niet stevig genoeg aanvoelt. Daarbij is de dynamiek en beladenheid rond Tweede Kamerverkiezingen totaal anders dan die bij Statenverkiezingen.

Bij de heroriëntatie op (kleine) gemeenschappen en burgerlijke waarden merk je: partij en boodschap vallen weer samen.

Boodschap
Het huidige CDA heeft een hele heldere boodschap als het gaat om buitenlands- en defensiebeleid. Mede door jarenlang aandringen op het behalen van de financiële NAVO-norm voor defensie. Daarbij pakt de partij thema’s op (of terug) die ‘weer’ kloppen. Ook volgens de meest recente rapporten van het Sociaal Cultureel Planbureau prijkt de ‘ik-cultuur’ hoog op de lijstjes van grootste zorgen van Nederlanders. Bij de heroriëntatie op (kleine) gemeenschappen en burgerlijke waarden (Voor héél Nederland) merk je: partij en boodschap vallen weer samen. Het CDA heeft zich historisch gezien gepositioneerd als een partij die streeft naar sociale cohesie en gemeenschapszin. Het benadrukken hiervan biedt electorale kansen onder de vele kiezers die waarde hechten aan deze waarden.

Misschien herstelt het zelfs iets van het vertrouwen in de politiek en in politici. Want dat is tot ver onder het vriespunt gedaald. Het vertrek van Mark Rutte, die hier in ieder geval de laatste twee jaar symbool voor stond, breekt het speelveld open. Werk aan de winkel!

Barend Tensen is hoofdredacteur van Christendemocraat.nl. Dit is een artikel uit een serie van drie over de gevolgen voor positie, programma en personen na de val van het kabinet Rutte IV.