Ingeborg ter Laak (51) zat sinds 2014 in de gemeenteraad van Zoetermeer en werd in 2018 wethouder met de portefeuille Zorg, Welzijn en Sport. Tegenwoordig neemt zij Gezondheidszorg Mobiliteit en Inburgering voor haar rekening. Ze studeerde bestuurskunde aan de Radboud universiteit in Nijmegen en stageerde bij de WHO in Tanzania. In het verleden heeft ze zich onder andere ingezet voor een verbeterde werkomgeving van vrouwen bij defensie en was ze strategisch adviseur voor de GGD. Nu is ze de nummer 2 op de lijst voor het Europees Parlement.

Je hebt het cv van iemand die voor de internationale politiek bedoeld was, toch werkte je gedurende de afgelopen 10 jaar in de gemeentelijke politiek. Wat verwacht je uit je huidige werkomgeving naar Europa mee te kunnen nemen?
“Omzien naar elkaar. Zorgen dat iedereen mee kan doen. Want alleen samen kun je echt bloeien. Met die drive ben ik dagelijks aan de slag als wethouder om het verschil te maken. Als wethouder in Zoetermeer weet ik dat we niet zonder Europa kunnen. Bijvoorbeeld als het gaat om mijn portefeuille Asiel & Inburgering. Want grip op migratie krijgen we niet in Zoetermeer of Nederland alleen. Daar hebben we Europese afspraken voor nodig. Hetzelfde geldt voor klimaat of het beschermen van onze waarden. Het is voor mij volstrekt logisch dat we Europa nodig hebben om de grote problemen op te lossen. En tegelijk ben ik ook kritisch op hoe het nu gaat. Kritisch op onnodige regels, op doorgeschoten marktdenken en op onuitvoerbare wetgeving voor een dichtbevolkt land als Nederland. Kritisch op de Europese Commissie als ze op de stoel gaat zitten van onze gemeenteraden. Daarom wil ik nu zelf naar Brussel. Met nog steeds dezelfde drive om het verschil te maken voor mensen. Om samen te werken waar dat ons sterker maakt en ruimte te geven waar dat nodig is.”

In Zoetermeer heb je je ingezet voor gezondheidszorg en welzijn, waarom is juist op dít thema het Europese beleid belangrijk?
“Iedereen heeft het recht om gezond oud te worden zodat je lang kunt genieten van de mensen om je heen. Hiervoor moeten we op Europees niveau soms gezondheid, zoals bijvoorbeeld schone lucht prioriteit geven boven economische belangen. Gezondheid begint bij ons thuis – in onze eigen buurt, waar beweging en ontmoeting de norm zijn. Maar om echt impact te maken, moeten we verder kijken dan onze stadsgrenzen. We kunnen in één gemeente of in Nederland wel een regel invoeren, maar als we het samen doen met heel Europa kunnen we ook echt zorgen voor schone lucht en een eerlijke economie waarin ik en mijn kinderen gezond oud kunnen worden.”

Ik ben kritisch op de Europese Commissie als ze op de stoel gaat zitten van onze gemeenteraden. Daarom wil ik nu zelf naar Brussel.

Veel partijen die meer grip op migratie willen zijn tegelijkertijd ‘Eurosceptisch’, is dat logisch volgens jou?
“Het is begrijpelijk dat mensen zorgen hebben over migratie en de impact ervan op hun gemeenschap. Echter, ik geloof dat we deze uitdagingen alleen effectief kunnen aanpakken door het bij de landen van herkomst aan te pakken. De enige manier om grip te grijpen is als wij andere landen helpen met tegenhouden en op een menswaardige manier opvangen. Daarvoor moet je Europese samenwerking hebben. Brexit is het bewijs dat Eurosceptische politiek en meer grip op migratie niet samengaan.”

Als het om mobiliteit gaat zou je kunnen concluderen dat de infrastructuur binnen de EU, vergeleken met bijvoorbeeld de VS, al relatief goed is. Zou je het daarmee eens zijn?
“Ja, ik ben het ermee eens dat de infrastructuur binnen Europa over het algemeen goed is. Als je goed en snel van A naar B kan reizen, heb je een grotere kans op een baan die bij jou past en kan je naar school van je eigen keuze. Daarom investeert Europa in goede bereikbaarheid van onze dorpen en steden. En er is ruimte voor verbetering. Als er één systeem zou zijn voor treinkaartjes – zodat je met één druk op de knop je kaartje naar Barcelona kan regelen – dan wordt kiezen voor de trein en voor duurzaam reizen nog aantrekkelijker. Als we onze klimaatambities waar willen maken, moeten we als Europa investeren in ons openbaar vervoer.”

Een éven makkelijke conclusie zou kunnen zijn dat we in Europa al min of meer klaar zijn met het bevorderen van vrouwenrechten. Toch worden vrouwen ook hier nog vaak als minder getalenteerd of veelbelovend gezien. Is dat een prioriteit voor jou?
“Gendergelijkheid zou een gegeven moeten zijn, maar helaas is dat het nog (steeds) niet. Of het nu gaat om gelijke beloning voor gelijk werk, om de m/v balans in raden van bestuur of geweld tegen vrouwen. Mensenrechten is een ongelooflijk belangrijk onderwerp en daar zal ik aandacht voor blijven vragen!”

Brexit is het bewijs dat Eurosceptische politiek en meer grip op migratie niet samengaan.

Je hebt je in het verleden in binnen- en buitenland ingezet voor een goede volksgezondheid. Mocht de wereld nogmaals met iets als de Coronacrisis te maken krijgen, wat hoop jij dan dat de rol van Europa kan zijn?
“Tijdens de Coronacrisis heeft Europa haar kracht bewezen. Als geheel hebben we snel, effectief vaccins kunnen ontwikkelen en inkopen. Vanuit solidariteit hebben we deze ook op een goede manier kunnen verspreiden. Mochten we ooit weer met een crisis te maken hebben hoop ik dat Europa wederom een leidende rol kan spelen in de coördinatie en respons. Snel en effectief reageren, kennis te delen en gezamenlijk op te trekken. Een sterke Europese aanpak beschermt ons.”

We leven in een tijd waarin veel dat ooit sterk was fragiel lijkt te worden en de toekomst onzeker is. Toch zijn er ook redenen voor optimisme. Als je in één woord je hoop moest beschrijven voor het Europa van deze eeuw, wat zou dat dan zijn?
“Fatsoen. We staan voor grote uitdagingen: geopolitiek, klimaat, maatschappelijk. Door het eerlijke verhaal te vertellen wil ik verschillen overbruggen. Als we niet uitkijken worden de tegenstellingen in onze samenleving steeds groter. Het CDA kiest voor een andere weg. Door te leren, te luisteren, te vernieuwen. En misschien wel door opnieuw uit te vinden wat samenleven echt is en hoe mooi dat kan zijn. Alleen zo kunnen we er samen uitkomen en problemen de baas worden. Dat is mijn hoop. Dat is mijn inzet.”

Lees hier het Europese Verkiezingsprogramma en vergeet op 6 juni niet te stemmen!