Na de verkiezingsdreun van 15 maart heb ik tal van analyses gelezen over wat er nu wéér fout is gegaan binnen onze partij. Het ligt aan de partijleider, het ligt aan Hugo, het ligt aan het bestuurlijke karakter van het acteren van onze troepen in Den Haag. Maar als er íemand de afgelopen twee jaar náást de boeren is gaan staan, dan is het ons Kamerlid Derk Boswijk. Hulde, hulde voor Derk, en wat moet híj deze uitslag als een klap in zijn gezicht hebben ervaren. En was het niet Wopke die afgelopen zomer in het AD-interview zei dat het jaar 2030 geen doel op zich moest zijn? Dat klinkt niet heel anders dan de boodschap van BBB. En toch worden wij als partij nu zo afgerekend.

Glijvlucht
Ik denk niet dat we – alle campagne-inspanningen ten spijt – er heel veel aan hadden kunnen doen. Sinds de ontzuiling in een stroomversnelling is gekomen, eind jaren tachtig, scoren we keer op keer lagere uitslagen. Zet de verkiezingsresultaten van Tweede Kamer en Provinciale Staten sinds half jaren tachtig maar eens op een rijtje. We zitten in een glijvlucht naar beneden. En wil je weten waar we zullen eindigen als we de bakens niet fundamenteel verzetten, kijk dan eens naar de verkiezingsuitslagen van de grote steden. Daar spelen we al járen geen rol van betekenis meer.

En 2002 dan, het jaar waarin Balkenende, kort na de moord op Pim Fortuyn, een spectaculaire verkiezingszege behaalde? Balkenende was destijds de veilige keuze, toen Fortuyn blootlegde dat het beleid van Paars kaalslag voor onze samenleving had betekend. Een groot deel van het electoraat keerde zich af van de paarse partijen, een flink deel daarvan had toen (terecht) meer vertrouwen in een degelijke club als het CDA dan de politieke avonturiers van de LPF. Als je nog eens in je herinnering terughaalt welke spot en hoon Balkenende in de latere jaren over zich heen heeft gekregen, dan kun je je goed voorstellen dat hij in ‘gewone’ tijden nooit zo’n verkiezingsuitslag zou hebben neergezet.

We buigen niet naar links, we buigen niet naar rechts. We staan náást mensen.

Uitgangspunten
Zijn we als partij dan ten dode opgeschreven? Dat ligt eraan waar we voor kiezen. Het was Van Agt die destijds zei: ‘We buigen niet naar links, we buigen niet naar rechts.’ Maar feit is dat we sindsdien vrijwel uitsluitend naar rechts zijn gebogen. Als het over boeren gaat, asielbeleid, belasting op vermogen en hoge inkomens: onze partij wordt bij dergelijke thema’s steevast in één adem genoemd met de VVD. Waarom zou je dan CDA stemmen, als je ook de échte rechtse/liberale partij kunt stemmen? Als we dicht bij onze uitgangspunten blijven, dan kun je niet anders dan de uitspraak van Van Agt aanvullen tot: ‘We buigen niet naar links, we buigen niet naar rechts. We staan náást mensen.’ En dat heeft niets met links of rechts te maken. Dat kan soms betekenen dat je voor iets kiest dat als ‘links’ wordt uitgelegd, bijvoorbeeld als het gaat om solidariteit of eerlijk delen. En soms kies je dan iets dat als ‘rechts’ te boek staat, bijvoorbeeld als het gaat om behoud van normen en waarden. Maar in de kern gaat het om mensen.

Eérst mensen
Is dat een kansloos verhaal anno 2023? Dat denk ik niet. Kijk naar al die gemeenten waar CDA-ers zich succesvol inspannen voor onderwerpen die inwoners raken. Kiezers pikken het denk ik op als het verhaal op twee niveaus klopt: het politieke standpunt wordt primair bepaald door oog te hebben wat beleid betekent voor een inwoner of voor een organisatie, én het standpunt past intrinsiek bij de politiek vertegenwoordiger die dat standpunt verdedigt. Geen politiek kunstje maar authentieke politiek. Zoals Derk Boswijk dat laat zien in de Tweede Kamer, met zijn inzet voor de agrarische sector maar ook voor defensie. Zoals Chris van Dam dat in de vorige periode liet zien op het snijvlak van recht en gerechtigheid. Maar ook Mona Keijzer, met haar pleidooi voor een zachter coronabeleid.

We staan te boek als bestuurderspartij. Dat moeten we niet meer willen.

Verschil maken
Al sinds het begin van deze eeuw keren grote groepen kiezers zich af van de manier waarop in Den Haag politiek wordt bedreven. Vaak technocratisch, naar binnen gekeerd, met een tekort aan vertrouwen in de samenleving. Als partij zijn we daar onderdeel van en daar mede debet aan. Willen we het tij keren, dan moet het oog van onze vaandeldragers in Den Haag gericht zijn op wat zich buíten Den Haag afspeelt, niet op het gedoe op de Haagse vierkante kilometer. We staan te boek als bestuurderspartij. Dat moeten we niet meer willen. Laten we ons er een eer in stellen dat we door komende generaties gekend worden als de partij die naast mensen staat en verbinding maakt. Dat is belangrijker dan besturen en als dat onze missie is, dan moeten we er misschien vaker voor kiezen het besturen maar aan anderen over te laten. Met onze beperkte omvang wordt het steeds lastiger het verschil te maken in een kabinet. Laten we dat verschil dan maar buiten het kabinet, met het politieke handwerk in de Tweede Kamer, maken. Overigens is dit geen oproep om nu uit het kabinet te stappen. Ik geloof niet dat het land er beter van wordt als we met nieuwe verkiezingen wéér een jaar stilstand hebben. Dan toch maar, zo zitten we nu eenmaal in elkaar, onze verantwoordelijkheid nog even nemen.

Wim Driebergen is voorzitter van het CDA Katwijk.