Er zijn van die weken dat het moeilijk is om CDA’er te zijn. Regeren is als een spijkerbed en dat is geen zacht matras. Dat kan pijn doen. Zeker wanneer je pijnlijke besluiten moet nemen. Inhoudelijk sta je voor iets, omdat je bijvoorbeeld een afspraak hebt gemaakt met anderen. Soms moet je iets doen waarvan je weet dat het niet leuk is, maar het moet. Maar soms kan het ook pijn doen, omdat er nog niet een begin van een strategie lijkt te zijn. En misschien was dat voor een CDA’er deze week nog het meest aan de orde.

Het rommelt
Sinds de verkiezingen rommelt het in de partij. Leden weten niet goed waar ze aan toe zijn. Er is pijn van wéér een nederlaag, maar ook onbegrip over welke strategie nu de weg naar boven inzet. In de afgelopen twee weken speelde de landbouwstrategie daarin een hoofdrol, of liever gezegd het ontbreken daaraan. In plaats van een kraakhelder verhaal volgde er een rookgordijn van drie verschillende verhalen.

Landbouw
De eerste lijn die het CDA bracht is de oude bekende: die van Boswijk. Het landbouwverhaal van het CDA komt bij elkaar in de persoon Derk Boswijk. Als woordvoerder presenteerde hij een landbouwvisie voor de partij die een ommekeer betekende. Ja er moest 50% gereduceerd worden, maar dat kon alleen met perspectief voor de sector. Duidelijke regelingen vanuit Den Haag, een stikstoffonds en ondersteuning moesten boeren helpen. Alleen zó kon de ommekeer gemaakt worden.

Wachten op regelingen
Boswijk merkt nu terecht op: die regelingen zijn er niet. En dan kunnen we wel aangeven dat we 2030 willen halen, maar dat wordt moeilijk als er nog geen stikstoffonds ís. Als er nog géén landbouwfonds ís en dat er nog géén landelijke regelingen zijn. Dus, zo stelde Boswijk, we moeten vaart maken met stikstof. En dat betekent allereerst dat die regelingen en dat fonds er nu eindelijk moesten komen. Voor mij een kraakhelder verhaal: je kunt alléén het één (reduceren) als je het ánder (fonds, regelingen) al hebt.

Aan de slag, pauzeknop of luisteren. Voor een willekeurig CDA-lid duizelde het. Wat wil de partijtop nu?

Dat belette de partijstrategen niet om met alternatieve feiten te komen. Want, zo stelde Hoekstra, het probleem was niet dat de regelingen er niet waren. Nee, het probleem was de uitslag. Er was sprake van een nieuwe politieke realiteit. Die vroeg om een stikstofpauze volgens Hoekstra. Waarom, hoe lang en met welk doel, daar was de partijleider niet helder over. Kon een paar maanden zijn, kon ook een half jaar zijn. En hoewel Nederland op slot zit, en minister De Jonge geen huis meer kan bouwen, pleitte hij voor een stikstofpauze als oplossing voor het probleem. Pauzeren om te versnellen. Logisch toch?

Pauzeknop
Nu was dat al bijzonder, maar Pieter Heerma presenteerde in het debat nog een dérde strategie om het stikstofprobleem op te lossen: luisteren naar de regio. Ja, het kabinet moest aan de slag. Maar het ging over zoveel meer dan stikstof. Het was juist de kloof tussen burgers onderling, tussen zij die het goed hebben en zij die het minder hebben. Die kloof zou de oorzaak zijn van de huidige problematiek, waaronder stikstof. Er moest volgens Heerma vooral naar de regio geluisterd worden, want “Nederland was te klein voor grote verschillen”.

Daar waren ze dan als een heilige drie-eenheid van het CDA: aan de slag, pauzeknop of luisteren. Voor een willekeurig CDA-lid duizelde het. Wat wil de partijtop nu? Het was en is mij onduidelijk. Dat was het ook voor anderen. Voorzitter van Techniek Nederland (en CDA’er) Doekle Terpstra oordeelt hard over de pauzeknop en daarmee ook indirect over zijn eigen partij: “Doe wat! Ga afspraken maken met individuele boeren. Hou niet heel Nederland in deze beklemde situatie. We worden gegijzeld doordat de politiek niet kiest.” Hij noemt de pauzeknop van het kabinet ‘lafhartig’.

Een soortgelijk beeld ontstond er deze week in de pers. Trouw noemt de houding van het CDA: ‘bestuurderspartij onwaardig’. In de Volkskrant stelt men de vraag: “Wat is er misgegaan bij de ooit zo machtige partij CDA?”. NRC was misschien nog het meest venijnig en kenmerkte de huidige mentaliteit van de partij als “een berouwvolle notie irrelevant te zijn”.

Geen weldoordachte strategie, maar paniekvoetbal leek de drijfveer.

Geen regie
Wat is er mis? Hoe kon het zo ver komen? Hoe kan het dat er voor het belangrijkste dossier in de huidige politiek drie volstrekt losstaande verhalen vanuit dezelfde partij de ronde doen? Waar is de regie van wat eens het CDA genoemd werd? De oordelen van journalisten zijn hard. Die van kiezers ook. Nog nooit was het zo pittig om tijdens de Paasdagen tegen anderen te vertellen dat je CDA-lid bent…

Drie verhalen over stikstof. Maar de urgentie blijft helder: “Doe wat!”, eist Doekle Terpstra. Terecht, doe wat. Geen weldoordachte strategie, maar paniekvoetbal leek de drijfveer. Geen consistentie, maar handelen uit angst voor een BBB-overwinning. Het is een pijnlijke constatering dat na een nederlaag geen ruimte werd genomen voor reflectie, maar uit de heup werd geschoten. Er liggen nu drie CDA-verhalen op landbouw voor. Ik steun dat van Boswijk, een van de exponenten van een nieuwe generatie binnen de partij. Nul strategie. Wil het échte CDA misschien nu opstaan?  

Bart van Horck is voorzitter van CDA Midvoor, een netwerk dat gericht is op waardengedreven middenpolitiek binnen het CDA.