We leven in een tijd van toenemende spanningen. In het oosten zijn regimes die hun legitimiteit dreigen te verliezen op oorlog bedacht. In het zuiden vallen re-geringen om en bakenen militante groepen met bloed hun stukje Aarde af. In het westen lijkt er om de vier jaar een kwartje te worden opgegooid of Amerika nog íets met ons te maken wil hebben of niet.
Instabiliteit
Van een Wereldoorlog is nu geen sprake, maar onze tijd lijkt door ‘Globale Oorlog’ gekenmerkt te worden. Overal ‘porren’ machtige landen elkaar en proberen ze hun invloed te vergroten, ten kostte van internationale systemen van handel en veiligheid die toch al fragiel waren.
Overal ‘porren’ machtige landen elkaar en proberen ze hun invloed te vergroten.
De VS zijn nog altijd actief in hun rol als beschermer van Europa en van de we-reldzeeën, maar ze verleggen hun focus langzaam naar China en naar hun Azia-tische partners (minder langzaam als Trump weer aan de macht komt). Boven-dien is het een zeer reële mogelijkheid dat ze aan de vooravond van een isolati-onistische fase staan, waarin ze binnen hun eigen grenzen de redelijkheid en gemoedelijkheid zullen moeten herstellen (in 2022 peilde The Guardian dat bij-na de helft van de Amerikanen dit decennium een burgeroorlog verwacht).
Amerikaanse budgetten raken op, politieke partijen erkennen elkaars overwinningen niet meer en we moeten constateren dat de VS, hoewel ze nog steeds trots scheppen in hun positie, er moe van worden om onze politieagent te zijn. Er moet hen tijd worden gegeven om weer voorbeeldig te worden, een “stralende stad op een heuvel”, en dat begint erbij dat wij kijken naar hoe we onze defensie regelen.
Militaire zaken
We zijn op dit moment afhankelijk van een Amerika-centrische organisatie, de NAVO. Een verbond dat er in de tweede helft van de 20ste eeuw in slaagde om onze grenzen te bewaken tegen een macht die weinig in persoonlijke rechten zag. Ook als Amerika als supermacht nog in topvorm was, echter, zou het een redelijke vraag zijn of de NAVO vandaag de dag nog het verbond is dat ze hoort te zijn. Je vraagt iemand niet om lid te worden van je organisatie als dat gevaarlijk voor hen is en jij het proces niet snel genoeg kunt maken om hen in bescherming te nemen. Dat is wel wat de NAVO met Oekraïne heeft gedaan, waar de Russische reactie naar militaire initiatieven van het Westen psychotisch is en wij dat hadden moeten weten.
Oekraïne vecht zich een weg naar ons toe en wij sturen steunpakketten en wapens, maar meer kan de NAVO schijnbaar niet doen. De uitkomst waar we op wachten is dat Rusland zo uitgeput raakt dat het in elkaar stort, maar zelfs als dat lukt ben je als Europa bepaald niet beter af. Of je moet houden van chaos in de grootste kernmacht ter wereld; van het soort wetteloosheid waarin een terrorist of wapenhandelaar doodleuk een H-bommetje pikt. Als Poetin niet al “dan liever de lucht in” heeft geroepen.
Ook als Amerika als supermacht nog in topvorm was, echter, zou het een redelijke vraag zijn of de NAVO vandaag de dag nog het verbond is dat ze hoort te zijn.
We hebben geen andere keuze dan het vinden van een vreedzame oplossing, welke Oekraïne de militaire zekerheid geeft waar ze voor gevochten heeft zonder haar daadwerkelijke veiligheid op het spel te zetten. Die oplossing heet Europese zelfstandigheid.
Onze verantwoordelijkheid
Het lijkt misschien alsof we, door op defensie niet langer van de NAVO uit te gaan, van te veel van onze eigen zekerheid afstand zouden doen. De ware zekerheid is echter dat Amerika op een gegeven moment een ‘pauze’ nodig gaat hebben als beschermer en dat wij dan maar beter in staat kunnen zijn om onze eigen broek op te houden. Als Nederland alleen lukt dat niet, maar iets dat we van de NAVO zullen erven is een al bestaande militaire ‘vermenging’ van de verscheidene Europese lidstaten. Als we die samenhang verdiepen en uitbreiden moeten we in staat kunnen zijn om dit continent, inclusief Oekraïne, zelf te bewaken; om kwaadwillende machten af te schrikken, zonder zo dominant te worden dat we onszelf verliezen in valse ideeën van eeuwige continentale vrede.
We moeten, stel ik, zo snel mogelijk aan dit proces beginnen. Zoals ook Philip Koudenburg recent schreef, “Europa moet zichzelf én haar rechtstaat beter kunnen verdedigen”. Onze normen en waarden moeten ons dat waard zijn.
De Europese Parlementsverkiezingen over vier maanden zijn het startsein.
Moos van Dorp is student filosofie aan de Rijksuniversiteit in Groningen en schrijft op dit moment zijn bachelorscriptie over taal-ethiek.