In deel I heb ik het personalisme afgezet tegen het nog altijd overheersende liberalisme. In deel II ben ik dieper ingegaan op het persoonsbegrip van de bekende personalisten Mounier en Maritain. In het laatste deel van dit drieluik richt ik de blik op Paul Ricoeur. Binnen de brede stroming van het personalisme bouwt hij voort op met name de persoonsopvatting van Maritain en biedt handvaten voor modern christendemocratisch politiek handelen gebaseerd op hoop in plaats van wantrouwen.

Zelf-vertrouwen
Waar in de hedendaagse politiek het meeliften op het wantrouwen aan de orde van de dag is heeft het CDA heel duidelijk een andere afslag genomen: die van de politiek van hoop. In lijn met wat dit opinieplatform beoogt – bijdragen aan de ontwikkeling van het christendemocratische gedachtegoed – diep ik dat graag verder uit. Want ook Ricoeur, anders dan veel andere grote filosofen, biedt de filosofie van de hoop, van het vertrouwen. Hij introduceerde de notie van ‘zelf-vertrouwen’, een verlangen naar een geslaagd leven. Zoals bij veel filosofen moet deze term niet letterlijk genomen worden; het gaat over de mogelijkheid voor een persoon om voor zichzelf te bewijzen dat hij een goed leven waardig is en een ethisch verlangen gebaseerd op criteria die niet alleen subjectief zijn maar oog houden voor de ander. Dit voorkomt dat het authenticiteitsideaal, dat bij velen tegenwoordig tot levensmotto lijkt verheven, doorslaat in een overdreven fixatie op het ‘ik’.

“Waar het meeliften op het wantrouwen aan de orde van de dag is heeft het CDA heel duidelijk een andere afslag genomen: die van de politiek van hoop.”

Belang van verhalen
De vraag ‘Hoe vormen we onze identiteit in relatie tot anderen en de wereld?’ staat bij Ricoeur centraal. Identiteit is een hot topic, vaak fel bediscussieerd vanwege het ontbreken van een duidelijk verhaal voor Nederland (of Europa, de westelijke samenleving, trek het zo breed als je wilt). Ricoeur noemt het een ‘narratieve identiteit’. De toename van intolerantie is een trieste reflectie van het ontbreken hiervan, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de verdubbeling van meldingen van Joden- en moslimhaat in 2023. Narratieve identiteit verbindt namelijk onze levensverhalen met onze ervaringen en nodigt uit tot actie. Volgens het personalistische denken gaat aan vrijheid een roeping vooraf die de focus op de ander legt. Dit stimuleert om bij te dragen aan het algemeen belang door onze eigen geschiedenis te schrijven en zo een nieuw ‘Wij’ te vormen, gebaseerd op een gemeenschappelijke toekomst.

Maak het concreet!
Hoe passen we dit politiek toe? Met het meervoudige mensbeeld van Maritain en Ricoeurs concepten ‘narratieve identiteit’ en ‘zelf-vertrouwen’ hebben we de tools in handen. Laten we kijken naar twee polariserende thema’s: migratie en klimaat. Migratie wordt vaak gezien als een bedreiging, vooral wanneer er een woningcrisis heerst en statushouders volgens een wettelijke taakstelling moeten worden gehuisvest. Leg dat maar eens uit als volksvertegenwoordiger! Als we Ricoeur volgen is het eigenlijk een symptoom van de eigen zwakte: voor een sterke samenleving zou migratie geen groot probleem moeten zijn. Een sterke samenleving schept een maatschappelijk kader voor de ontwikkeling van de persoon en benadrukt zijn spirituele kern. Hier komt de notie van het ‘zelf-vertrouwen’ weer om de hoek kijken: deze roeping maakt de persoon vrij en stelt hem in staat om te antwoorden: “Hier sta ik!” Een sterke samenleving, die zich bewust is van haar oorsprong en toekomst, kan beter omgaan met deze diversiteit en zelfs een overstijgend karakter hebben.

“Voor een sterke samenleving zou migratie niet zo’n groot probleem moeten zijn.”

Verbinding met de leefwereld
Naast migratie zijn er weinig thema’s die net zo polariseren als het klimaat: het inmiddels lang voortslepende conflict tussen mens en milieu. De stikstofuitspraak en de economische en agrarische beperkingen die deze met zich meebrengt heeft dit conflict begrijpelijk alleen maar versterkt. Ook hier kan een personalistische benadering een brug slaan door niet alleen naar menselijke verbondenheid te kijken, maar ook naar onze verbondenheid met de natuur. Veranderingen in onze leefwereld hebben immers directe gevolgen voor ons leven. Dit sluit naadloos aan bij de christendemocratische principes van bonum commune en rentmeesterschap.

Instituties
Het vertrouwen in onze instituties (niet zozeer het geheel van sociaal handelen, maar in dit geval de overheid) is laag, mede door de toeslagenaffaire en het Groningen schandaal. Slechts een kwart van de 15-plussers heeft volgens het CBS nog maar vertrouwen in de Tweede Kamer. Dit is het laagste sinds 2012. Belangrijke pijlers als rechtvaardigheid, deskundigheid en integriteit van de overheid staan bij velen ter discussie. Lichtpuntje: het vertrouwen in de medemens is de afgelopen tien jaar iets toegenomen. “De wens naar een vervuld leven – met en voor anderen – binnen rechtvaardige instituties”, kernachtig luidt zo de formule voor Ricoeurs morele opvatting. Hij betrekt ook instellingen bij zijn ethische opvatting van een persoon, waarmee hij een relatie met anderen introduceert die anders is dan vriendschap. In deze context is de ander een anonieme partner, het ‘iedereen’ van een eerlijke verdeling zoals het past bij rechtvaardige instituties.

“Lichtpuntje: het vertrouwen in de medemens is de afgelopen tien jaar iets toegenomen.”

Conclusie
Het wordt tijd dat onze vertegenwoordigers in parlementen, christendemocraten voorop, de blik verbreden richting moraliteit en begrip voor anderen door onze gedeelde levenservaringen. Aan het einde van dit drieluik van korte essays zou ik willen concluderen dat het personalisme praktische richtlijnen voor een hoopvolle politiek van fatsoen en zorg voor anderen biedt. We zijn eraan toe!

In ’t kort:

  • Het liberalisme faalt in het adequaat omgaan met de groeiende diversiteit binnen de samenleving.
  • De personalistische persoonsopvatting is praktisch toepasbaar op urgente kwesties zoals migratie, economie en klimaat.
  • Onderschat de diepgang van iemands unieke verhaal niet. Personalisme kan helpen bij het overbruggen van zelfontplooiing en het algemeen belang.
  • Er moet meer aandacht worden besteed aan het verbeteren van de relatie tussen personen en instituties.

Barend Tensen is hoofdredacteur van Christendemocraat.nl, politicoloog en filosoof, studeerde af op het personalisme en schreef een essay voor de bundel ‘Rechtvaardigheid, persoon en creativiteit. Personalisme in recht en politiek’ over de personalist Emmanuel Mounier.