Hoe meer progressieve vrijheid, hoe minder je mag. Vraag het maar aan het Amsterdamse College. In mei 2018 verklaarde de Amsterdamse coalitie van D66, GroenLinks, PvdA en SP zichzelf vol trots het meest progressieve college ooit. Een kleine twee jaar later dreigt Amsterdam de stad te worden waar niets meer mag. Hoe heeft het zover kunnen komen? En wat is een christendemocratische reactie op deze vrijheidsbeperkende vorm van progressiviteit?

Toerismesucces
Jarenlang was Amsterdam de ‘progressieve’ stad waar alles kon. De stad koketteerde met de onbegrensde vrijheid en roerde de trom over de coffeeshops, de Rosse buurt en seksmusea. Tijdens de crisis kreeg deze promotie een impuls om extra bezoekers naar de stad te trekken. Er kwamen soepelere regels voor ondernemers, hotelinvesteringen werden gestimuleerd en in vastgoedbeleid werd gestuurd op het zoveel mogelijk faciliteren van toerisme. In China werd de lokale middenklasse verleid naar Amsterdam te komen en er werd een samenwerking met New York gestart. En met ‘succes’. Vorig jaar bezochten zo’n 7,5 miljoen mensen de stad, velen aangetrokken door het door de stad Amsterdam gecultiveerde imago van vrijheid blijheid.

De Amsterdammers betalen inmiddels de prijs voor jarenlang vermarkte vrijheid. De stad kan de stromen aan bezoekers niet meer aan en het massatoerisme vormt inmiddels stadsvijand nummer 1 van het Amsterdamse College. Hoogleraar Toerisme Jan van der Borg definieert massatoerisme als probleem zodra ‘de collectieve kosten hoger worden dan de opbrengsten voor de lokale bevolking’[i]. Dat daarvan sprake is moge duidelijk zijn.

Er wordt steeds meer geklaagd over de negatieve impact van de toeristen op de vastgoedprijzen en de leefbaarheid van de stad. Investico en De Groene Amsterdammer berekenden al dat de publieke kosten voor het in stand houden van toeristische voorzieningen en afhandeling van de toeristenstroom de gemeentelijke baten van toerismebelasting overtreffen[ii]. De baten komen over het algemeen ook nog eens vooral terecht bij een kleine groep ondernemers, terwijl inwoners van de hoofdstad opgezadeld worden met de negatieve effecten.

Verbod op verbod
Het College van Amsterdam gaat deze stijging van de collectieve kosten tegen met een reeks verboden die zich met name richten op het massatoerisme en de CO2-uitstoot. Na het instellen van de milieuzone, verdwenen de letters ‘I Amsterdam’, volgde het verbod op houtkachels en het verbod op varen in een bootje met meer dan 12 personen. Daarnaast onderzoekt het College een verbod om alcohol te drinken op een bootje en een verbod op Airbnb verhuur. Na inspraakacties werd een nachtelijk vaarverbod ingetrokken, al kan dit nog wel incidenteel worden ingesteld.

Hoewel nog niet duidelijk is of deze maatregelen de collectieve kosten daadwerkelijk drukken, voelen de verboden niet als opbrengsten voor de lokale Amsterdamse bevolking[iii]. Het handhaven van deze verboden leidt namelijk tot een stijging van collectieve kosten. Doordat het College haar focus zo legt op het terugdringen van massatoerisme is de balans voor de gewone Amsterdammer zoek. Uitvoering en handhaving van de inmiddels al 77 maatregelen[iv] leidt tot hoge kosten voor de Amsterdamse belastingbetaler. Progressieve vermarkting van vrijheid die tot een progressieve verbodscultuur leidt.

Een oefening in samenleven
Misschien dat verboden op dit moment de enige manier zijn om Amsterdam nog leefbaar te houden. Maar dit zou een les moeten zijn voor andere steden. Een stad is een oefening in samenleven. Een christendemocratische aanpak stelt daarom grenzen aan de vermarkting van vrijheid. Grenzen aan promotie van een plek waar alles maar kan en mag. Door het aantal prostitutieramen te beperken en het actief ontmoedigen van coffeeshop toerisme. Grenzen aan het stijgen van collectieve lasten door overlastgevende toeristen. Door te handhaven op illegale hotels die toeristenbelasting ontduiken. Grenzen daarmee ook aan alle vervoersbewegingen die leiden tot extra uitstoot. Om daarmee de collectieve lasten te beperken en de stad (weer) primair voor haar bewoners te maken.

Tevreden bewoners zijn de beste stadspromotie. Dit is het soort vrijheid dat duurzaam is. Dit is het soort vrijheid dat massatoerisme het hoofd weet te bieden. 

Matthijs Buijs is redactielid van ChristenDemocraat.nl en werkt als coördinerend beleidsmedewerker bij het ministerie van financiën.


Verwijzingen

[i] Prof. Van der Borg in het Parool van 2 september 2019: https://www.parool.nl/amsterdam/hoogleraar-een-verbod-op-airbnb-is-het-foutste-wat-amsterdam-kan-doen~b9f68e96/

[ii] Bron: ‘Oprollen die rotkoffertjes’ 24 mei 2017:  https://www.groene.nl/artikel/oprollen-die-rotkoffertjes

[iii] Bron: Maatregelen tegen toerisme doen ook pijn voor Amsterdammers, Het Parool: https://www.parool.nl/columns-opinie/maatregelen-tegen-toerisme-doen-ook-pijn-voor-amsterdammers~b2ffb72c/

[iv]  Bron: Stad in Balans 2018 – 2022: https://assets.amsterdam.nl/publish/pages/870709/stad_in_balans_definitief_1.pdf