De huidige coalitie heeft het raadgevend referendum vakkundig de nek omgedraaid. Dat is volkomen te begrijpen. De recente inzet van het referendum leidde alleen maar tot ontevredenheid. Juist vanuit haar radicale keuze voor de samenleving zou het echter onverstandig zijn als het CDA daarmee zou stoppen met het nadenken over goede manieren om inwoners meer directe zeggenschap te geven bij besluitvorming.

CDA: tegen referenda

Van oudsher is het CDA tegen het houden van referenda, omdat deze de tegenstellingen in de samenleving verscherpt en vergroot. Daarnaast hebben wij vertrouwen in ons parlementaire stelsel dat zo is ingericht dat we parlementariërs kiezen die voor alle Nederlanders de regering controleren. Zij worden ervoor betaald om te beoordelen of complexe voorstellen, zoals die over de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en het Associatieverdrag met Oekraïne, goed in elkaar zitten of niet.

Er zijn allerlei redenen te noemen waarom het in mijn ogen goed is dat het huidige referendum wordt afgeschaft. Twee springen er voor mij vooral in het oog. Ten eerste dat mensen relatief ongeïnformeerd hun mening moeten geven over complexe vraagstukken alsof het een opiniepeiling is van 1Vandaag. Het tweede argument betreft de merkwaardige opkomstdrempel van 30%. Daardoor ontstaat impliciet de verwachting dat de uitslag doorslaggevend in plaats van raadgevend zal zijn. Die opkomstdrempel is helemaal niet nodig: de regering kan namelijk de opkomst bij een raadgevend referendum altijd meewegen. Drempel of niet. Het was dan ook volstrekt terecht dat Sybrand Buma in 2016 betoogde dat het kabinet de uitslag van het referendum over Oekraïne serieus moest nemen: ‘Doe je dat niet, dan oogst je nog meer verlies van vertrouwen in de politiek en nog meer cynisme tegenover Den Haag en Brussel.’

Het zou echter om allerlei redenen bijzonder onverstandig zijn van het CDA als met het ‘killen’ van het raadgevend referendum het denken over grotere formele betrokkenheid van inwoners bij besluitvorming zou stoppen. Zoals David van Reybroeck in zijn pamflet ‘Tegen verkiezingen’ al schreef, staat ons huidige politiek bestel daarvoor te zeer onder druk: het aantal politieke partijen neemt toe, het aantal leden van die partijen neemt drastisch af en inwoners willen meer betrokkenheid dan eens in de vier jaar hun volksvertegenwoordigers kiezen. Recentelijk heeft hij ook geschreven over voorbeelden van succesvolle en breed gedragen inzet van een referendum Ierland en een aanzet om via loting inwoners meer zeggenschap te geven in België.

Lokaal als voorbeeld

Laten we voor nu echter eens afdalen naar het lokaal bestuur. Hoe gaat men daar met dit vraagstuk om? Daar gaat het nauwelijks over referenda. Wél wordt er veel geëxperimenteerd met het betrekken van inwoners bij beleids- en besluitvorming. Want iedereen is het er over eens dat de vierjaarlijkse gang naar het stemhokje niet volstaat. We noemen dit geen ‘bestuurlijke vernieuwing’, maar ‘inwonersparticipatie’. De collegeakkoorden van alle gemeenten staan er vol mee en die van de provincies zullen niet achter blijven.

De manier waarop dit het beste kan worden vormgegeven leidt tot meer discussie. Er is een brede keur aan instrumenten: van inspraakavonden, right to challenge en het ‘overdragen’ van beleidsvorming. Zo hebben wij in de gemeente Kampen in 2017 een nieuw verkeers- en parkeerbeleid voor de binnenstad vastgesteld dat helemaal door inwoners was opgesteld: ondernemers en inwoners bepaalden gezamenlijk hoe dit er uit moest komen te zien en de gemeenteraad heeft er alleen maar een klap op gegeven: het voorstel werd unaniem aangenomen.

Die inwonerparticipatie is ook heel christendemocratisch. Wij kiezen namelijk radicaal voor de samenleving in plaats van voor het individu of de overheid. In het verleden keken wij daarvoor naar de kerken, verenigingen en vakbonden: ons gekoesterde maatschappelijk middenveld. Ook dat staat vandaag de dag onder druk. We kunnen er niet meer op vertrouwen dat al die organisaties voldoende de samenleving representeren. Daarom moet je nieuwe wegen zoeken om die samenleving invloed te geven en dat kan via goede inwonersparticipatie.

Natuurlijk gaat het ’bij ons’ ook weleens flink mis, zoals bij het project Bolwerk Buitenwacht, in de omgeving van station Kampen: inwoners kregen van de gemeente het verzoek een plan te ontwikkelen voor de ‘organische ontwikkeling’ van dit gebeid. Nadat zij het plan hadden opgeleverd verwachtten zij applaus van de gemeente. Het liep anders, want de gemeenteraad amendeerde het plan ingrijpend. Het resultaat: veel frustratie en het vertrouwen in de lokale overheid kreeg een enorme knauw.

Mijn stelling is dat ‘Den Haag’ zijn voordeel kan doen met alle experimenten en ervaringen op lokaal niveau. Vooral moet er meer worden nagedacht over de bedoeling van inwonerparticipatie of democratische vernieuwing en welk instrument het best past bij een specifiek vraagstuk. Doe je dit niet, dan ontstaan verschillende verwachtingen en worden verschillende uitgangspunten gehanteerd met als gevolg dat er voor een instrument wordt gekozen dat onvoldoende aansluit bij de wederzijdse verwachtingen. Je kunt er dan vergif op innemen dat de hele exercitie leidt tot teleurstelling en frustratie. Zoals bij de referenda van de afgelopen jaren. Zoals bij die lokale projecten als Bolwerk Buitenwacht.

THiNK!

Om zowel de verwachtingen van inwoners als die van politici, bestuurders en beleidsmakers goed te managen, ontwikkelde de gemeente Kampen samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken een speciale app: THiNK! De participatieversneller. Daarin komen op verschillende manieren 4 basisvragen aan de orde die je scherp moet beantwoorden voordat je inwoners directer betrekt bij besluitvorming:

  1. Met welk doel wil je inwoners betrekken? Het maakt nogal uit of je een belangenafweging wil maken, of dat je op zoek bent naar acceptatie of draagvlak.
  2. Wie moeten er worden betrokken? Alle stemgerechtigden? Of de inwoners van een specifieke wijk of kern?
  3. Wie is verantwoordelijk voor het proces? Een van de inwoners, of toch de overheid? Hoe zorg je ervoor dat iedereen op basis van alle beschikbare informatie tot een afweging komt?
  4. Wat doe je met de opbrengst van het participatieproces? Leg je de besluitvorming helemaal bij inwoners neer? Of ‘neem je die mee’ in een bestuurlijke afweging.

Deze basisvragen moet je eerst uitvoerig beantwoorden voordat je van start gaat. Als je deze 4 vragen langs het laatste raadgevend referendum legt, dan zie je dat het bij vraag 1 (doel), 3 (proces) en 4 (opbrengst) mis gaat.

Het doel van de initiatiefnemers was om de ‘ondemocratische besluitvorming in de EU’ te dwarsbomen. Tegelijkertijd was ook duidelijk dat de initiatiefnemers daarmee een anti-EU-sentiment wilden aanwakkeren als opmaat naar een Nexit. aanwakkeren van anti-EU-sentiment als opmaat voor een Nexit.

De verantwoordelijkheid voor het proces zorgde ook voor problemen. Formeel lag die wellicht bij de initiatiefnemers. De regering wilde namelijk helemaal geen referendum. Tegelijkertijd had zij natuurlijk wel een belang bij een goede uitslag. De polarisatie rond het instrument referendum en de onderliggende bedoeling van de initiatiefnemers droegen er in ieder geval niet aan bij dat voor en tegenstanders zich samen verantwoordelijk voelden voor goede informatievoorziening naar inwoners zodat zij op basis daarvan een keuze konden maken.

Ook waren er verschillende beelden bij de opbrengst van het referendum. Formeel was het een raadgevend referendum, volkomen helder, zo je zeggen. Echter, doordat de uitslag ‘pas’ geldig was bij een opkomst van tenminste 30%, werd impliciet de verwachting bij kiezers gewekt dat de regering de uitslag wel zou overnemen.

Hoe verder?

De recente voorbeelden van referenda in Nederland laten inderdaad zijn dat deze de verschillen in de samenleving vergroten en verscherpen. Het is dan ook terecht dat het raadgevend referendum in de prullenbak gaat. Het zou echter kortzichtig zijn om daarmee het nadenken over directere betrokkenheid van inwoners op besluitvorming te stoppen. Ons huidige bestel is daarvoor niet toekomstbestendig genoeg. Juist vanuit haar radicale keuze voor de samenleving zou het CDA voorop kunnen lopen in het nadenken over nieuwe manieren waarop dat kan. Via referenda? Dat zou kunnen, maar er zijn ook andere manieren. Lokale overheden hebben daarvoor al een basis gelegd.