De christendemocratie begon in de 19de eeuw als een brede sociale beweging die kerken, scholen, kranten, ziekenhuizen, en tal van andere maatschappelijke organisaties in het leven riep. Tegelijkertijd gaf ze aanleiding tot eigen sociaal-politieke theorievorming. De combinaties van ideeën, instituties en sociale netwerken die zo ontstonden werden dermate krachtig dat vrijwel overal in West-Europa aanzetten werden gegeven tot christendemocratische partijvorming. In Nederland, met zijn unieke samenwerkingsverbanden tussen protestanten en katholieken, kregen partijvorming en de ontwikkeling van politieke theorie een heel eigen dynamiek. Dit is deel 2 van de serie “Wat is de christendemocratie?” (lees deel 1 hier).

Christelijke politiek?
In de Verenigde Staten, waar ik woon, is een christelijke partijhaast een onmogelijkheid, zo concluderen Amerikaanse politicologen telkens weer. Dan blijkt echter dat er van dat mooie christendemocratische gedachtegoed maar schandalig weinig bekend is – en dat geeft soms aanleiding tot opmerkelijke misvattingen. Zo veronderstelde Micah Watson, docent politicologie in Grand Rapids (Michigan), dat een christelijke partij zich uiteraard christelijk zou moeten profileren en expliciet christelijke doelen zou najagen, evangelisch gefundeerd uiteraard (zie dit artikel). Het onderscheidende element van partijvorming was volgens hem dat men streeft naar machts­uitoefening. En machtsuitoefening kan nu eenmaal nooit beantwoorden aan het christelijke ideaal, het zou leiden tot verdeeldheid, kortom: een christelijke partij is bijkans een onmogelijkheid. Geen christelijke partij, dus.

Iedereen die de Nederlandse politiek een beetje kent zal van deze gedachtegang verbaasd opkijken. De redenering snijdt wel enig hout, maar zo werkt het absoluut niet bij ons. Maar hoe dan wel?  

SGP, CU en CDA
De Nederlandse christelijke partijen vertegenwoordigen verschillende modellen om christelijke overtuigingen te vertalen naar de politieke werkelijkheid. De SGP en ChristenUnie zijn beide gebaseerd op gedeelde, bijbels gefundeerde geloofsovertuigingen. Maar het CDA-model is volgens mij wezenlijk anders. Het berust op filosofische en niet op strikt bijbelse uitgangspunten: iedereen die zich herkent in de waarden gerechtigheid, solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid, en rentmeesterschap kan voluit participeren. En dat geeft het christendemocratische denken een bepaalde flexibiliteit, waardoor het telkens weer opnieuw actueel kan worden.

Iedereen die zich herkent in de waarden gerechtigheid, solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid, en rentmeesterschap kan voluit participeren.

Openheid
Het gebruik van open filosofische concepten is een kenmerkend rooms-katholieke wijze van redeneren. Deze maakt het mogelijk telkens weer het gesprek te zoeken met andersdenkenden of andersgelovigen. Neem bijvoorbeeld moslims: als hun overtuiging hen brengt tot het nastreven van publieke gerechtigheid, solidariteit, enzovoort, dan schept dat mogelijkheden tot verbinding. Bovendien maken deze waarden het mogelijk ­– theoretisch gesproken – om een politieke visie en een programma te formuleren die het algemeen belang centraal stellen, en niet bijvoorbeeld dat van de kerken of de Friese boeren of zelfs van de partij als zodanig.

Algemeen belang
Herkenbaar christelijk is dit model niet. Maar het is wel een model dat een buitengewoon precair belang dient, namelijk het “nut van algemeen” ofwel het gemeenschappelijk belang (klassiek het bonum commune). Het levert een partij op die het midden opzoekt en de extremen vermijdt. De reden dat juist dit christelijke politiek is, is misschien wel dat christenen juist géén collectieve belangen­groep zijn, en er is geen enkel ander maatschappelijk verband of netwerk dat dit zo kan stellen. Ieder is individueel voor God verantwoording schuldig.

Onvermijdelijke mislukking en blijvende actualiteit
Natuurlijk hebben christenen ook belangen, en zeker christenen die de politiek in gaan. Dat betekent ook dat de mislukking haast in elke christendemocratische partij zit ingebakken. Telkens weer krijgt een electoraal, kerkelijk of persoonlijk deelbelang de overhand: het CDA weet er alles van. Het fameuze partijcongres van 2010 was een kantelmoment dat nog steeds doorwerkt in onze nationale politiek. Denk onder meer aan stikstof en natuurbeleid, maar ook aan het feit dat GroenLinks nog nooit heeft geregeerd.

Het mooie van de christendemocratie is dat ze telkens weer opnieuw kan worden geprobeerd.

Wie nú de oorspronkelijke CDA-beginselen (zie voetnoot) toepast, heeft goede kans bij een andere partij dan het CDA uit te komen, zeker nu de ChristenUnie zo netjes meeregeert. Of zelfs bij een heel nieuwe partij: zo is in 1981 de EVP ontstaan. Hoe dan ook, het mooie van de christendemocratie is dat ze telkens weer opnieuw kan worden geprobeerd. Door telkens opnieuw discussies te openen over rechtvaardigheid, rentmeesterschap en solidariteit, en op basis daarvan politiek te bedrijven.

Matthijs Kronemeijer studeerde theologie, Arabisch, Joodse Studies en politieke wetenschappen en werkt nu als parttime tutor Liberal Studies aan Lansing Community College in Lansing, Michigan (VS).


Voetnoten
1. Lees de CDA uitgangspunten hier, en voor een verdieping ervan zie het boek van H.E.S. Woldring, “De Christen-Democratie: Een Kritisch Onderzoek Naar Haar Politieke Filosofie” (Utrecht: Spectrum, 1996).