Paul Schenderling is econoom, schrijver en een veelgevraagd spreker over het thema ‘postgroei’. Hij was eerder hoofdredacteur van dit opinieplatform en schreef sindsdien meerdere boeken over de ware prijs van modern consumptiegedrag en over de noodzaak om binnen de draagkracht van de aarde te gaan leven.
In een Nederland dat economische groei niet meer als doel ziet, verwacht je een herleving van gemeenschapszin en geloof. De huidige koers van ‘groene groei’ van de regering lijkt niet de juiste. Kan groene groei echt leiden tot een duurzame economie?
“Die vraag kan ik het beste beantwoorden door twee aspecten te noemen. Het eerste is dat we nu mondiaal ver in het rood staan bij de aarde. Zes van de negen planetaire grenzen zijn al overschreden, dat betekent dat we, als we in het huidige tijdsgewricht de vraag stellen ‘is groene groei mogelijk?’, eerst een enórme reductie teweeg zouden moeten brengen.”
Schenderling verwijst hiermee naar factoren als ons watergebruik en onze productie van toxische stoffen, die al dermate uit de hand zijn gelopen dat we eigenlijk voortdurend een ramp riskeren. “Dus eigenlijk, voordat we ook maar in de verste verte groene groei zouden kunnen realiseren, moeten we beseffen dat de grenzen al heel ver zijn overschreden en dat we eerst weer terug moeten naar de draagkracht van de aarde. Met groene groei loop je daarbij vertraging op. Op dit moment zorgt consumptiegroei ervoor dat alle milieuwinst die we met technologische ontwikkeling kunnen boeken voor ongeveer de helft weer ongedaan wordt gemaakt. Met andere woorden: dweilen met de kraan open.”
In Er is leven na de groei pleit je zelf voor een directe aanpak van consumptie door een progressieve milieuheffing. Hoe verhoudt de complexiteit daarvan zich tot ons huidige belastingsysteem?
“Dat hangt af van de variant die je kiest. De simpele variant heeft als voordeel dat de uitvoering minder complexiteit oplevert, de complexe variant heeft als voordeel dat die preciezer is, zodat je rekening kunt houden met de wijze waarop een product geproduceerd is. Wanneer je de eenvoudige variant neemt dan zou je dus echt pér productgroep een milieuheffing invoeren. Stel je pakt de nummer één uit de top vijf van consumptie met de meeste milieu-impact: dat zijn spullen. Als je dan binnen die categorie nagaat welke subcategorie de allergrootste impact heeft, dan is dat elektronica. Een heel simpele variant zou zijn dat we daar een circulaire bijdrage op gaan heffen.”
We leven schijnbaar in een zo armoedige beschaving dat het belangrijkste dat we kunnen bedenken om ons voor in te zetten het maximaliseren van de middelen van het leven is.
Schenderling beschrijft hoe je als overheid een fonds op kunt richten van die bijdrages, waarmee je vervolgens dingen als recycling en het kopen van ‘refurbished’ producten goedkoper en aantrekkelijker zou kunnen maken. “Dan heb je dus eigenlijk twee effecten in een keer: je remt het verbruik van nieuwe elektronica en je stimuleert nieuwe sociale normen, namelijk het vaker laten repareren van elektronica en het vaker aanschaffen van refurbished producten. Dat is een heel concrete variant, die trouwens ook niet heel veel complexer is dan wat we nu al doen. Bijvoorbeeld door uitgebreide producentverantwoordelijkheid.”
Interessant dat je het hebt over het stimuleren van nieuwe sociale normen, denk je dat er een tijdperk komt waarin tussenkomst van de overheid niet (meer) nodig is om de economie binnen de draagkracht van de aarde te houden?
Schenderling kan hierop met een volmondig ‘ja’ antwoorden. “Dat is omdat ons continent, maar ook ons tijdsgewricht, historisch gezien uitzonderlijk is. Er zijn in de geschiedenis, hier maar ook op andere continenten, bijna geen culturen te vinden die een groei-obsessie hebben; die maximalisatie van economische groei als belangrijkste maatschappelijke goed of maatschappelijke waarde definiëren.” Hij verwijst naar een opvatting van Aristoteles, dat men genoeg moet produceren om van te kunnen leven maar dat men zich daarna moet richten op andere zaken zoals burgerschap, cultuur en filosofie. “Er zijn eigenlijk heel veel maatschappelijke domeinen waar we meer van onze aandacht en energie in zouden kunnen steken, op het moment dat we allemaal genoeg hebben om van te leven.” Met die overtuiging komt voor Schenderling echter ook verbazing mee. “Gemeenschap, samenlevingsrelaties, beschaving, cultuur, schoonheid, waarheid; dát zijn intrinsieke doelen. Een economie gaat niet over doelen, de economie is het domein van de middelen.”
Waar hij met zijn hoofd niet bij kan is dat we in een samenleving leven die het maximaliseren van de middelen als doel stelt en die niet de intrinsieke doelen bovenaan zet.
“Ik vind dat echt ongelofelijk. We leven schijnbaar in een zo armoedige beschaving dat het belangrijkste dat we kunnen bedenken om ons voor in te zetten het maximaliseren van de middelen van het leven is. Waar we ons op zouden moéten richten is het maximaliseren van de waardevolle doelen.” Hij verwacht dat dit tijdperk een ‘historische anomalie‘ zal blijken. Een soort uitzondering. “Je ziet het al gebeuren. Er zijn heel veel jonge mensen die een enorme leegte ervaren in onze cultuur. Betekenisloosheid, gebrek aan gemeenschappen; gebrek aan werk met intrinsiek waardevolle doelen om je voor in te zetten. Je ziet dat mensen daar massaal depressief of op andere wijze heel ongelukkig van worden.” Hij waarschuwt dat onze cultuur, als deze ontwikkelingen doorzetten, op den duur eigenlijk ‘ziek’ wordt. Hij verwacht ook dat mensen meer en meer kritisch zullen worden. “Dan hoop ik dat er een heel vitale christendemocratische beweging is, die uitdraagt: economie is een middel en het goede leven is het doel.”
Dan hoop ik dat er een heel vitale christendemocratische beweging is, die uitdraagt: economie is een middel en het goede leven het doel.
Denk je dat er ook op persoonlijk niveau iets is dat we moeten overwinnen om ons weer op die intrinsieke waardes te kunnen richten?
“Je zou kunnen stellen dat onze economie is ingegeven door angst; en die angst hangt heel nauw samen met individualisering. Op het moment dat we de economie zo vormgeven dat iedereen, individueel of op het niveau van het huishouden, verantwoordelijk is voor het eigen levensonderhoud en het verwerven van dat levensonderhoud wordt heel onzeker door hyperflexibilisering – dat wil zeggen dat het zo hyperflexibel is dat je nooit weet of je genoeg hebt – ga je uit angst streven naar te véél, omdat je bang bent je levensonderhoud te verliezen.”
“Op het moment dat je werkt vanuit een context van vertrouwen, waar een gemeenschap voor nodig is, dan kan die angst getemperd worden. En meer dan dat, angst kan niet alleen worden omgezet in vertrouwen maar ook in levensvreugde.” Schenderling noemt enkele voorbeelden uit zijn eigen leven, van hoe hij in beter contact met buren, vrienden en familie is getreden sinds hij streeft naar een leven van genoeg. “Wanneer we ook dúrven te besluiten om minder tijd te besteden aan betaald werk en ook weer meer tijd te besteden hebben aan gemeenschappen, pas dán kun je verwachten dat zo’n overgang ook werkelijk tot stand komt.”
Als het gaat om leven buiten de planetaire grenzen lijken sommige mensen van mening te zijn te zijn dat we onze problemen kunnen oplossen door ons ook daadwerkelijk op andere planeten te gaan vestigen. Kun je iets zeggen over hoe je naar dat soort opvattingen kijkt?
“Het is tot nog toe geen enkel land gelukt om economisch te expanderen zonder daarbij extra milieuschade te veroorzaken. Laat staan als je nog heel veel extra energie nodig hebt om uit te breiden op een plek die nog veel verder weg is. Dus het is exponentieel moeilijker.” Schenderling hint naar mogelijkheden voor nieuwe groei nadat we de economie terug uit de huidige gevarenzone hebben gebracht en weer binnen de draagkracht van de Aarde leven. “Rond 2070 misschien, maar waarschijnlijk niet eerder.”
“Het doet mij denken aan iemand met een burn-out die nóg wat harder gaat werken om maar therapie te kunnen betalen. Het is een vorm van verstandsverbijstering denk ik. Wat veel logischer is, is het pad dat wij voorstellen.” Vanuit de stichting Genoeg om te leven probeert hij het heersende economische paradigma te veranderen. “We moeten tijdelijk de consumptiegroei beperken en op sommige vlakken de meest vervuilende vormen van consumptie ook echt terugbrengen. Totdat we weer binnen de draagkracht van de aarde leven.”
Het doet mij denken aan iemand met een burn-out die nóg wat harder gaat werken om maar therapie te kunnen betalen.
Als het over die beperking gaat ben je op persoonlijk niveau al ver gekomen (Schenderling ging minder consumeren, deed zijn auto weg en ging een dag minder werken), wat heeft je daartoe geïnspireerd?
“Als je het alleen maar doet of opvat als verplichting, als iets dat alleen maar moeite kost dan zou je met een heel goede motivatie misschien een eind kunnen komen, maar juíst doordat je gaandeweg gaat ervaren dat er ook nieuwe levensvreugden voor in de plaats komen hou je het vol.” Schenderling schrijft het succes van de stichting ook toe aan deze vreugden. “Wel zijn toevallig net vandaag heel hoog binnengekomen in de Trouw Duurzame Honderd. De reden dat dat gelukt is, is dat er gewoon ontzettend veel deelnemers zijn aan onze programma’s, ontzettend veel vrijwilligers, die gemotiveerd worden door een ‘leven van genoeg’. Die merken hoe die vreugde je naar meer vertrouwen toe beweegt.”
Hij benadrukt tot slot dat zijn vertrouwen niet alleen door zijn grotere verbondenheid in een gemeenschap wordt ingegeven, maar ook een spiritueel aspect heeft. “Zoek het goede, zoek het Koninkrijk en al het andere zal je erbij gegeven worden. Ook in dat vertrouwen ben ik heel erg gegroeid.”
Voor meer informatie over ‘postgroei’, om een lezing aan te vragen of om de adviesdienst voor bedrijven in te schakelen kijkt u op postgroei.nl