De samenwerking met FvD in Noord-Brabant voelt voor veel CDA’ers erg ongemakkelijk. Toch had de Haagse partijtop volgens mij geen andere keus dan deze kwestie ‘aan Brabant’ te laten.

Geen boterbriefjes halen
Een belangrijke reden daarvoor is dat deze keuze in lijn is met ons eigen subsidiariteitsbeginsel: leg verantwoordelijkheden zo ‘laag’ als kan en zo ‘hoog’ als moet. Een consequentie daarvan is dat fracties in gemeenteraad en provinciale staten op basis van een verkiezingsuitslag of na een politieke crisis – zoals in Noord-Brabant – tot een inhoudelijk coalitieprogramma komen. Vanuit ‘Haags perspectief’ leidt dit regelmatig tot bijzondere constructies. Het extraparlementaire college in Limburg is daarvan een voorbeeld. Maar ik spreek ook uit eigen ervaring. Toen ik in 2014 zelf wethouder werd in Kampen, vormde het CDA een coalitie met ChristenUnie, VVD en SP. Vanuit de Haagse logica ‘quite a coalition’, maar lokaal kijkt niemand er echt van op.

De politieke verschillen zijn op provinciaal en lokaal niveau vaak veel minder scherp dan in de Tweede Kamer. Laten we het vooral aan lokale fracties overlaten om te bepalen wat voor hen de beste samenwerking is. Bovendien, als lokale afdelingen in het vervolg naar Den Haag moeten om een boterbriefje te halen voordat zij in een coalitie stappen, kunnen we helemaal vergeten dat lokale thema’s er bij lokale verkiezingen toe doen.

Ongemak
Desalniettemin is de samenwerking in Brabant uiterst ongemakkelijk. Dat heeft nog niet eens te maken met verschillen op basis van verkiezingsprogramma’s. In Noord-Brabant weet men die blijkbaar te overbruggen. Ook op landelijk niveau zijn er genoeg partijen waarmee we op belangrijke onderwerpen enorm verschillen, zonder dat dit coalitievorming ten principale in de weg staat. Te denken valt aan de visie van D66 op het veronderstelde ‘voltooid leven’ en die van GroenLinks op de toekomst van de agrarische sector. Het ongemak heeft ook niets te maken met de gedateerde ‘links of rechts’-discussie, noch met het verkwanselen van onze kernwaarden.

Christendemocratie is immers vooral ‘politics of practice’: vanuit kernwaarden bouwen aan een maatschappij waarin mensen samen leven met verschil. Samenleven doe je immers niet alleen, maar mét iedereen. Dat principe vereist een innige dans tussen onze eigen idealen én de zorgen van inwoners. Het CDA zou geen knip voor de neus waard zijn als het ongevoelig zou zijn voor de zorgen van het electoraat, maar liever stilletjes blijft wachten totdat de kiezer onze kernwaarden weer omarmt.

Baudet diskwalificeert FvD
Dé reden dat het bij FvD schuurt heeft alles te maken met partijleider Thierry Baudet: zijn dubieuze vocabulaire en zijn schaamteloze opportunisme. Met begrippen als ’boreale wereld’, ‘homeopatische verdunning van de samenleving’ en het wegzetten van bepaalde denkers als ‘ultraglobalisten’ flirt hij keer op keer met foute politieke stromingen. Het is een idioom dat – vrij naar Tommy Wieringa – alle alarmbellen doet rinkelen en het op voorhand onmogelijk maakt tot landelijke coalitievorming te komen.

Met begrippen als ’boreale wereld’, ‘homeopatische verdunning van de samenleving’ en het wegzetten van bepaalde denkers als ‘ultraglobalisten’ flirt Baudet keer op keer met foute politieke stromingen.

Daarnaast vinden de volgende Kamerverkiezingen hoogstwaarschijnlijk plaats in de context van een gezondheids- en economische crisis. Dat vraagt om krachtig leiderschap. De afgelopen jaren heeft Baudet bewezen hiervoor volstrekt ongeschikt te zijn: hij scoorde over de ruggen van de slachtoffers van MH-17 met zijn open brief aan Trump, ondanks herhaaldelijke verzoeken van hun  nabestaanden om dit niet te doen. Hij scoorde over de ruggen van de slachtoffers in Utrecht door VVD en CDA de terreuraanslag in de schoenen te schuiven. Bovendien minachtte hij diezelfde slachtoffers door te laat te komen bij de herdenking in de Tweede Kamer, omdat hij te druk was met journalisten. In de coronacrisis valt hij vooral op door eerst te pleiten voor strengere maatregelen, om enkele weken later te beweren dat die juist té streng zijn. In de tussentijd riep hij ook nog dat het kabinet met privéjets vol smeergeld de wereld rond moest vliegen op zoek naar voldoende testmateriaal.

Het gelijk van De Jonge
Het ongemak over provinciale samenwerking met Forum is evident gezien de flirts van Baudet met foute politieke stromingen en zijn opportunisme in crisissituaties. Qua beeldvorming is dat voor het CDA ook een hele opgave. Een Haags veto over die samenwerking schept echter een precedent dat je niet moet willen. De meest zinvolle lijn werd nog maar eens verwoord door Hugo de Jonge in het NOS Journaal van 30 april: ‘Het is aan de leden van het CDA Brabant. De fractie heeft zelf keuzes te maken over met wie ze willen samenwerken in Brabant. (…) Landelijke samenwerking met Forum zie ik niet zitten.’ Daar heeft hij groot gelijk in. Laten we hopen dat onze aanstaande partijleider – wie dat ook is – die lijn voortzet.

Geert Meijering is sinds 2014 wethouder namens het CDA in de gemeente Kampen