Met de verkiezingen van maart 2021 voor de deur, is een commissie onder leiding van Ben Knapen bezig het CDA verkiezingsprogramma op te stellen. Voordat dit programma definitief wordt, is er echter nog het proces van discussie, bespreking en amendering van het programma. Naast een inhoudelijk verhaal, is dat ook een moment waarop we ons kunnen laten zien als christendemocraten in de manier waarop we die inhoud bespreken.
Gelaagd gedachtengoed
Ons christendemocratisch gedachte vernieuwt zichzelf op een gelaagde manier. Af en toe wordt een visie geformuleerd waardoor de partij boven zichzelf en de dagelijkse politiek lijkt uit te stijgen. Zij-aan-Zij is nu dat visiestuk. Zo’n stuk is ook altijd een test; blijft het overeind als er weer wordt afgedaald naar de praktische politiek? Het verkiezingsprogramma is daarin de volgende stap. Als delegatieleider van een van die afdelingen kijk ik echt uit naar de bespreking van het programma, maar wil ik ook lessen delen die ik uit de bespreking van voorgaande programma’s heb gehaald.
Inhoud programma
Een programma bestaat eigenlijk uit drie onderdelen: 1) de inleidende teksten (de ‘considerans’) waarin de toon van het programma wordt gezet, 2) het programma zelf, waarvan de artikelen amendeerbaar zijn, en 3) de financiële paragraaf waarin bedragen aan de artikelen worden gekoppeld en uiteindelijk het financiële plaatje vormt voor de CPB-doorberekeningen. Met elk van deze onderdelen was de laatste keer iets aan de hand en alles wijst erop dat de spanningen deze keer minstens zo groot zullen zijn.
Koers
Omdat de inleiding van een programma de toon zet moet deze dus heel sprekend zijn. Dat is woordkunst. Dan moet je daar niet de vaart uithalen met allerlei tekstwijzigingen, dat begrijp ik. Daarom is de tekst niet amendeerbaar (wijzigbaar).
Bij de bespreking van het programma in 2017 wees de toon van de inleidende teksten echter een andere kant op dan waar het grootste deel van de achterban naar toe wees. Een situatie als in Brabant laat zien dat deze spanning weer de kop op kan steken. Daarom moet Zij-aan-Zij nu echt leidend worden voor deze inleidende teksten. Dan nog is het aan te raden om deze teksten niet als een slikken of stikken neer te leggen.
Kosten
Hoe goed een programmacommissie ook naar iedereen luistert, een deel van de spanning in een partij vertaalt zich altijd in een wens tot amendering van het programma. Er is echter geen financiële rem op het aantal amenderingen, aangezien het budgettaire kader pas na vaststelling van het programma wordt opgesteld. Het gevolg is dat ieder voor de eigen amendementen gaat en er geen afweging tussen de amendementen plaats vindt.
De laatste keer betekende dit dat er voor miljarden extra aan plannen in het programma terecht zijn gekomen, tot begrijpelijke frustratie van partij en fractie. Achteraf hebben we het geluk gehad dat de hoogconjunctuur veel wensen mogelijk maakte, maar dat is nu anders. De makers van het programma doen er daarom goed aan waar mogelijk kaders mee te geven. Dan het laatste punt.
Kaders
Met welk financieel kader gaan we werken? Wij zijn een partij van financiële discipline. Het huishoudboekje moet kloppen. Maar de huidige situatie lijkt vooral een anticyclische stimulering van de economie nodig te maken, voor zowel Nederland als Europa. Wopke Hoekstra zet daarin de toon en zijn collega Hugo de Jonge zegt: “Deze crisis is één groot pleidooi voor minder markt, meer samenwerking en meer centrale regie.” Maar hoe bepalen we wat een regie-behandeling krijgt en wat aan het veld wordt overgelaten? En (hoe) keren we ooit terug naar houdbare overheidsfinanciën?
Hugo de Jonge zegt: “Deze crisis is één groot pleidooi voor minder markt, meer samenwerking en meer centrale regie.” Maar hoe bepalen we wat een regie-behandeling krijgt en wat aan het veld wordt overgelaten?
Ik begrijp dat daar geen simpel antwoord op is, maar de wijze waarop we vorige crisissen financieel benaderden, is te bot voor nu. Zelf vind ik het niet zo’n probleem als CPB-berekeningen laten zien dat we niet langer het braafste jongetje van de klas zijn. Juist in de context van een verkiezingsprogramma is het echter wel nodig om het juiste economische verhaal te vertellen samen met een stevig inhoudelijk kader voor de keuzes die we als leden moeten maken.
Peter Noordhoek is delegatieleider provincie Zuid Holland en voorzitter van het bestuur van christendemocraat.nl.