Afgelopen week vertelde Jaap Jonkers bij een digitale bijeenkomst van het netwerk CDA Midvoor over zijn persoonlijke inzet voor de samenleving. De nummer 27 op de kandidatenlijst ziet het als zijn verantwoordelijkheid om anderen te helpen. Waardering voor mensen als Jaap is groot: zij brengen dagelijks het omzien naar elkaar in de praktijk. In deze bijdrage verken ik hoe we als samenleving nog beter kunnen omzien naar elkaar: de basis van het christendemocratisch gedachtengoed.

Wat verwachten we van politici?
Het gesprek dat na zijn verhaal op gang kwam, bracht, naast veel bijval, ook een vraag. ‘Omzien naar elkaar’, hoe stuur je daarop als politicus? Hoe stimuleer je vanuit de Tweede Kamer, wat je persoonlijk drijft? Is het goede voorbeeld geven voldoende? Dragen inspirerende verhalen bij? Of is er meer nodig?

Deze vragen leggen de uitdaging bloot van een partij die niet de markt, niet de overheid, maar de samenleving centraal stelt. Het is al ingewikkeld om overheidsinstrumenten te bedenken die sturen op het functioneren van markt of overheid. Maar het is nóg moeilijker om de samenleving naar een ideaal te bewegen. Met welke middelen realiseert de politiek dat iemand niet voor zichzelf leeft, maar in verbinding met de mensen om hem heen? Ga er maar aan staan! 

CDA Verkiezingsprogramma hoopvol
Ik heb het verkiezingsprogramma erop nageslagen en krijg de indruk dat het sterker maken van de samenleving prominenter op de agenda staat dan de afgelopen jaren. Het “Nu doorpakken” mag wat flets zijn op inhoud, maar het verkiezingsprogramma laadt het met krachtige uitwerkingen: “Zeggenschap teruggeven”, “Vertegenwoordiging van jongeren in adviesraden als de SER, woningcorporaties en pensioenfondsen”; een “Coöperatieve samenleving” en “Terugkeer naar een sociale werkvoorziening” valt er te lezen.

Het “Nu doorpakken” mag wat flets zijn op inhoud, maar het verkiezingsprogramma laadt het met krachtige uitwerkingen.

Het laat zien dat het ’t CDA menens is. Er worden tal van maatregelen voorgesteld die mensen sterker doen staan: van leesvaardigheid en basisbeurs, via zorgverlof en burgerberaad tot vrouwelijk ondernemerschap en diversiteit op de werkvloer.

Een nieuwe mentaliteit
In deze geest presenteerde Pieter Omtzigt deze week zijn boek ‘Een nieuw sociaal contract’. Hij pleit voor de menselijke maat in beleid en een sterkere positie van burgers. Zijn ideaal is versterking van de rechtstaat, maar die is ondersteunend aan een samenleving waarin mensen verantwoordelijkheid nemen. Ook hij pleit voor een nieuwe mentaliteit: van de overheid én van burgers.

Vooruit
Voor een partij die zich, gedreven door een ideaal toch min of meer op privéterrein begeeft, is het soms zoeken naar de juiste aanpak. Paternalisme en betutteling liggen op de loer. Maar ik zie de ideeën en de woorden vloeien. Duidelijk is dat het CDA pleit voor een overheid die ‘omziet naar de burger’. Maar voelen mensen zich daarmee ook uitgedaagd om zelf bij te dragen aan de maatschappij? Ik hoop het.

Duidelijk is dat het CDA pleit voor een overheid die ‘omziet naar de burger’.

Het zou mooi zijn als kiezers in het CDA een partij herkennen die hen daadwerkelijk krachtiger en zelfbewuster maakt. Of, zoals ik wel eens heb geschreven: een stem op het CDA is eigenlijk een stem op jezelf. Als ik kijk naar het verkiezingsprogramma, als ik luister naar Hoekstra en Omtzigt komt een liedje van Raymond van het Groenewoud naar boven: “We gaan vooruit. We gaan verbazend snel vooruit. ”