3 september 2021, Parijs-Roubaix op een herfstachtige zondag. Mathieu van der Poel heeft maling aan ongeschreven wielerwetten en bepaald in zijn eentje dat hij in de kopgroep zit. Achter hem vecht de andere grote favoriet, Wout van Aert, in een ongelijke strijd. Hij zit in een grotere en potentieel sterkere groep, maar de groep werkt niet samen en verliest tijd. Van Aert zit gevangen en kan het in zijn eentje niet oplossen. Van der Poel rijdt voor de winst.

Internationale samenleving
Het is een stokoude wielerwet: een groep wint het altijd van een eenling, tenzij de groep niet samenwerkt, dan is de eenling in het voordeel. Conclusie: het collectief is alleen sterker dan het individu als het ook opereert als een collectief. En dat geldt ook voor een samenleving, in het bijzonder de internationale samenleving.

Want ‘wie de kunst van besturen verstaat, streven er met kracht naar, om zijn naaste in het nut en voordeel daarvan te doen delen’, zei Paus Gregorius de Grote al in 590. En onze naaste is niet louter gedefinieerd door – vaak toevallige – landsgrenzen. Vanuit een christendemocratische visie op Europa kunnen we dus niet anders dan streven naar verdere Europese samenwerking en integratie.

Het is een stokoude wielerwet: een groep wint het altijd van een eenling.

De ander
Maar toch staan we in Nederland – óók als christendemocraten – vaak op de rem (opvang vluchtelingen, herstelfonds, nieuwe toetredingen). Ter onderbouwing hiervan wordt ‘onze’ welvaart aangehaald als hét grote beschermenswaardige deel van ons leven. Die welvaart zou in gevaar komen als we de grenzen openzetten voor ‘de ander’. Veelal bepaald die drijfveer onze houding ten opzichte van andere landen, ook onze broederlanden in Europa.

Maar dat is paradoxaal. Nederland streeft juist van oudsher naar zoveel mogelijk open handel en (dus) open grenzen, de handel moet immers niet al te veel hinder ondervinden van grenzen en regels. Open grenzen voor onszelf dus. Maar niet voor de ander? Handelsnatie Nederland zou beter moeten weten. We hebben onze welvaart net zo goed te danken aan de ander dan aan onszelf.

Fratelli Tutti
Als christendemocraten hebben we een opdracht en de encyclieken van de Katholieke sociale leer kunnen ons daarbij ten dienste zijn. Paus Franciscus zegt in Fratelli Tutti (2020): ‘Politiek leiderschap wordt zichtbaar als politici zich in moeilijke tijden laten leiden door grote principes en door de zorg voor het algemeen welzijn op lange termijn.’

Onze naaste is niet louter gedefinieerd door – vaak toevallige – landsgrenzen.

Die grote principes gaan onder andere uit van de verrijking van ons leven en onze samenleving als we de ander durven ontmoeten en leren kennen. Franciscus: ‘Alle individuen weten dat ze deel uitmaken van die grote menselijke familie, zonder wie ze zichzelf niet volledig kunnen begrijpen. Door de dingen op die manier te zien, ontstaat het vreugdevolle besef dat geen enkel volk, cultuur of individu alles in zijn eentje kan bereiken: om vervulling in het leven te vinden, hebben we anderen nodig. Want de mens is een begrensd wezen dat zelf grenzeloos is.’

Quadragesimo Anno
En onze welvaart dan? Dat is slechts een economisch begrip, terwijl we weten dat geld niet gelukkig maakt. Het is aan de politiek om de weg te wijzen, want de publieke instellingen der volkeren moeten heel de menselijke samenleving doen beantwoorden aan de eisen van het algemeen welzijn of de norm der sociale rechtvaardigheid en dan kan het niet anders, of ook het economisch leven, dat zulk een belangrijk onderdeel is van het maatschappelijk leven, moet weer tot de juiste en gezonde orde terugkeren, zegt Paus Pius XI in Quadragesimo Anno (1931).

Franciscus in Fratelli Tutti: ‘In ons eentje riskeren we luchtspiegelingen te zien, dingen die er niet zijn. Dromen daarentegen, die bouwen wij samen.’

Wout zag ongewild luchtspiegelingen. Mathieu droomde, werkte samen en besteeg het podium.

René Segers-Hoogendoorn is raadslid in Rotterdam voor het CDA.