In september 2020 neemt de CDA 2e Kamerfractie het standpunt in dat betaalde seks strafbaar gesteld moet worden. Per saldo zou dit betekenen dat prostitutie in Nederland strafbaar wordt. Woordvoerder Anne Kuik noemt het hypocriet dat jonge vrouwen uit arme delen van Europa hier in de prostitutie komen werken. “Het gaat mij om emancipatie en het beschermen van vrouwen in een kwetsbare positie”, zegt ze. “Prostituees, meestal vrouwen, worden ongelijkwaardig behandeld.” Het punt haalt het concept-verkiezingsprogramma. Best stoer.
Maar als Wopke Hoekstra in januari 2021 lijsttrekker wordt sneuvelt dit punt vrijwel direct. Op de vraag waarom hij – als voorman van het waardegedreven CDA – niet principieel bij het punt van de fractie blijft, antwoordt Hoekstra nuchter “dat het een bijna filosofische vraag is of je er überhaupt in zou kunnen slagen prostitutie uit te bannen”. Principes zijn kennelijk mooi, maar je moet je er niet aan willen vertillen. Hoekstra sluit liever aan bij een bestaande prioriteit, de aanpak van de mensenhandel: “Zoals dat vrouwen onder valse voorwendselen als slaaf worden vervoerd naar een plek die ze niet kennen, bij herhaling geweld en verkrachting meemaken, en in mensonterende omstandigheden verkeren.”
Dilemma
Het is een dilemma waar iedereen dagelijks mee geconfronteerd wordt, zeker ook politici: moet je bij het oplossen van een probleem kijken naar een praktische, vaak makkelijker te hanteren optie, die dicht in de buurt van het bestaande menselijk gedrag ligt? Of kies je een normatieve benadering die gebaseerd is op principe of overtuiging? Er zijn talloze voorbeelden te bedenken waarin we moeten kiezen tussen feit of norm, tussen praktijk of principe, tussen het verkeerslicht of de rotonde.
Hugo de Jonge zal toch ook gejongleerd hebben met principiële en praktische overwegingen?
Vaak kiezen wij in ons land van dominees en koopmannen voor de praktische oplossingen. In de handel, de economie, de fiscaliteit, maar ook in het boerenbedrijf moet het praktisch en rendabel zijn. Hoezeer we dan soms van een koude kermis thuiskomen. Neem bijvoorbeeld de brievenbusfirma’s of ons beleid rond duurzaamheid. Maar er zijn genoeg andere onderwerpen waar de dominee de boventoon voert. Zeker als het gaat om levensbeschouwelijke, medisch-ethische of samenlevings-onderwerpen. Naast prostitutie kun je dan denken aan abortus of euthanasie, het gebruik van verdovende middelen of ons asielbeleid. En laten we eerlijk zijn: het ene moment zit je principiëler in de wedstrijd dan op andere momenten. In verkiezingstijd is het een stuk aantrekkelijker om je principieel te onderscheiden van andere partijen, terwijl veelal aan de formatietafel de koopman betere zaken doet.
Jongleren
Voor een partij waarin beginselen en dogma’s niet ver weg zijn is ook die strijd tussen principe en praktijk nooit ver weg. Uit onze partijgeschiedenis zijn roemruchte verhalen te vertellen over hoe ministers van Justitie laveerden tussen principe en uitvoeringspraktijk op het vlak van abortus of het gedoogbeleid van softdrugs. Lange tijd heb ik gedacht dat vooral katholieken de juiste fabrieksinstellingen hadden om die functie te vervullen, maar ook een aantal protestanten wist op die post de balanceer-act tussen norm en feit goed af te ronden. Maar er zijn andere voorbeelden, buiten Justitie. Bijvoorbeeld recent, over wel of niet verplicht vaccineren. Hugo de Jonge zal daar toch ook wel gejongleerd hebben met principiële en praktische overwegingen.
‘Soms is de oplossing erger dan de kwaal.’
Grens
Zelf voel ik me in dit soort feit-norm discussies het best thuis op de grens van principe en praktijk. Geen prinzipienreiterei, maar wel redeneren vanuit een uitgangspunt. Daarbij is het goed om aan zelfonderzoek te doen welke principes dan precies gelden. Want als je verkeerd begint, dan kunnen die principes ook aardig in de weg zitten. Neem bijvoorbeeld de discussie over verdovende middelen: gaat het nou over volksgezondheid, of gaat het over criminaliteit bestrijden?
En tegelijkertijd goed oog houden voor de praktische uitwerking. Soms is de oplossing erger dan de kwaal. Dat had Hoekstra bij de strafbaarstelling van prostitutie goed gezien! Juist de combinatie van principe én praktijk leidt tot creatieve oplossingen op een fundament.
Chris van Dam was tot maart 2021 lid van de CDA-fractie in de 2e Kamer. Daarvoor werkte hij 12 jaar als politieman en 19 jaar als officier van justitie.