De Dam stond weer vol. Deze week hebben we na twee jaar weer zonder beperkingen stil kunnen staan bij de bevrijding. Een goede zaak: het creëert ruimte om eens grondig na te denken over wat vrijheid is of zou moeten zijn. Hier is geen eensluidende definitie voor. Gelukkig maar, want dat zou een contradictio in terminis zijn. Vele denkers deden wel een poging. Wat halen we uit hun interpretaties voor vandaag de dag? Losjes langs de lijnen van de christendemocratische politieke filosofie selecteerde ik er vijf:

Hanna Arendt: handelen
In de weken waarin we 77 jaar vrijheid herdenken popt haar naam (terecht) weer veel op. Dwarsdenker Hanna Arendt, van Duits, Amerikaans en Joodse komaf, verzette zich tegen totalitarisme. Totalitaire regimes beletten ons van de vrijheid om het onverwachte te kunnen doen. Alles staat al vast en ontstaat uit pure noodzaak: het tegendeel van vrijheid. Zelf handelen is er voor de mens niet meer bij omdat de ijzeren wetten van een staatsideologie dit niet toelaten. Het zou mooi zijn in 2022 te kunnen stellen dat de ‘schreeuwers met een alternatief voor democratie’ (dixit Willem Wilmink) niet meer te horen zijn. De realiteit is anders en toont aan dat vrijheid voortdurend onderhoud vergt.

Het zou mooi zijn in 2022 te kunnen stellen dat de ‘schreeuwers met een alternatief voor democratie’ niet meer te horen zijn. De realiteit is anders.

John Stuart Mill: geen beperkingen
Van de Britse 19e -eeuwse denker John Stuart Mill kennen we het ‘schadebeginsel’. Ofwel: ‘de vrijheid van het individu mag alleen beperkt worden wanneer hij of zij anderen fysieke schade toebrengt’. Daartoe moeten er grenzen gesteld worden aan de macht van de autoriteiten. Voor liberalen is dit nog altijd dé maatstaf. Het doet wel wat beperkt aan, omdat er geen actieve opdracht mee gepaard gaat – zoals we die in het christendemocratisch gedachtegoed (h)erkennen – om gezamenlijk een samenleving tot stand te brengen. Gelukkig is er de oproep tot kritische analyse; een wat onderbelicht element uit het denken van Mill. We moeten vooral zélf blijven denken. Vrijheid van denken en discussie gelden als voorwaarden: alleen zo kan de waar­heid achterhaald worden. Zodra de discussie wordt gesmoord loopt de samenleving het gevaar in slaap gewiegd te worden. Laten we het opvatten als een mooie oproep om af en toe uit je ‘bubble’ te treden en te voorkomen dat je vastroest in je eigen ideologische gelijk. Ik zal naast Trouw dus ook af en toe de Telegraaf erop naslaan.

Isiah Berlin: positieve vrijheid
De Russisch-Britse filosoof Isiah Berlin interpreteert het schadebeginsel van Mill als ‘negatieve vrijheid’ en zet hier ‘positieve vrijheid’ tegenover, waar al wat meer ambitie van uitstraalt. Hij vat het samen aan de hand van een treffende metafoor. Negatieve vrijheid gaat niet om de wens om door een deur te lopen, maar veel meer om de vraag of de deur überhaupt open is. Het gaat dus veel meer over de mogelijkheden dan het daadwerkelijk benutten hiervan. Daar tegenover stelt hij positieve vrijheid, die begrepen moet worden in termen als zelfbepaling (autonomie), zelf­realisatie en je eigen waarden en normen. Mijn bescheiden persoonlijke interpretatie: maak iets van je leven en zet je maatschappelijk in!

Zodra de discussie wordt gesmoord loopt de samenleving het gevaar in slaap gewiegd te worden.

Jacques Maritain: roeping
Dan mijn persoonlijke favoriet: Jacques Maritain. De Franse filosoof was zo ontstemd door de onmenselijke praktijken van het nazisme en fascisme uit de jaren ’30 dat hij met een tegenbeweging kwam: personalisme. Het doel is om een samenleving zo te organiseren dat op elk niveau een maximum aan initiatief, verantwoordelijkheid, gemeenschap en decentralisatie ontstaat. Van binnen wordt hij hiertoe ‘geroepen’ (hij liet zich inspireren door de katholieke sociale leer) en die roeping maakt hem vrij om de blik op de ander te richten. Buiten, in de samenleving brengt hij dit in de praktijk ten gunste van het algemeen belang. Met vrijheid komt dus verantwoordelijkheid, een twee-eenheid die nog weleens vergeten wordt. Zijn werk groeide uit tot één van de belangrijkste pijlers van de Europese Gemeenschap. De huidige Europese solidariteit met Oekraïne is wat mij betreft een mooi voorbeeld.  

Socrates: gematigdheid
Waarom eindig ik met Socrates, volgens velen de allereerste filosoof? Dat komt omdat hij aan een wederopstanding bezig is. In bredere rechts-conservatieve kringen is het tegenwoordig hip om weer terug te grijpen op de vaak met Socrates in verband gebrachte kardinale deugd van temperantia, oftewel gematigdheid en zelfbeheersing. Het is tegenwoordig heel gemakkelijk om je te verliezen in het immense aanbod aan (licht) entertainment.

In bredere rechts-conservatieve kringen is het tegenwoordig hip om weer terug te grijpen naar Socrates.

Passies zijn mooi, maar op het moment dat je de controle hierover verliest en de rede uit het oog raakt kun je je afvragen of je nog wel echt vrij bent. Juist in de beperking van vrijheid kun je dus daadwerkelijk vrij zijn. We leven in een consumptiemaatschappij waar grenzen met regelmaat worden beslecht. Op het moment dat alles verhandelbaar wordt, zoals we nu zien met Airbnb, Booking.com, Uber etc. zou dit weleens ten koste kunnen gaan van pure menselijke interactie: elk gesprek wordt immers een dwangmatige potentiële handelstransactie. Is dat nou vrijheid?

Door Barend Tensen. Politicoloog en filosoof en hoofdredacteur Christendemocraat.nl